woensdag 15 mei 2024

Schotland 2024: Dag 14 - 16

Dag 14: Een bezoek bij een oude man aan zee

Iedere ochtend komt een eekhoorn zijn buikje rond eten, vanuit de bomen springt hij op de afsluiting van ons terras en sluipt zo het voederhuisje van de vogels binnen, hij kan er maar net in. 
 

De eigenaar van het huisje had een voorraadje zaden en noten klaargelegd om het voederhuisje van de vogels op te vullen.
We vulden die regelmatig bij, de eekhoorn beperkte zich niet tot de nootjes, gelukkig liet hij nog wat zaadjes over voor de vogeltjes.
 

Vandaag was het alweer zonnig en warm, dit werd een dagje aan zee.
Maar eerst genoten we van een lekker ontbijt bij Ceilidh Place.
Martine nam het klassieke vegan warme ontbijt en ik ging voor een toast met avocado en vegan feta.
Dit is een leuke zaak gelegen in de buitenwijken van Ullapool.
We reden er bijna voorbij want het pand valt niet zo goed op, het lijkt meer op een gewoon rijhuis.
Maar achter de gevel huist een wel heel multifunctionele zaak.
Naast een restaurant en hotel is Ceilidh Place ook een pub, boekenwinkel, trouw- en concertzaal en kunstgalerij.
Hier komen we op een andere reis zeker terug, ware het niet dat we nog één en ander hadden staan om deze avond in het huisje op te eten, we zouden hier zeker dineren na de stranddag.
 

Na The Old Man of Storr vorige week te bezoeken, bezochten we vandaag die andere oude kerel, The Old Man of Stoer.
Een 60 meter hoge zeestack in het westen van Sutherland, op het schiereiland Stoer.
Een zeven mijl lang, door berg en dal slingerend éénvaksweggetje, bracht ons bij Stoer Head lighthouse, een vuurtoren waar je kan overnachten, er hangt wel een duur prijskaartje aan vast.
Wij kwamen om te wandelen, trokken de bergschoenen aan en begonnen aan een drie kilometer lange wandeling door drassige weides met zicht op zee en de kliffen.
 

 



Ver in zee zagen we dolfijnen, de enige plaats waar de dieren thuis horen!

Je kan hier ook walvissen spotten, maar die gaven niet thuis.
The Old Man of Stoer was wel thuis, niet dat hij kon gaan lopen, de kerel staat daar al eeuwen stoer te wezen aan de ruwe Schotse kust.
Hij ontstond ooit door kusterosie.
 

Het was een prachtige dag en na even te rusten stapten we verder naar Point of Stoer, de uiterste punt van dit deel aan de westkust.


We hadden een mooi zicht op de kust en de bergen van Assynt.
 

We wandelden terug via een andere weg die ons over de top van de Sìthean Mòr (Big Fairy Hill) bracht.

Verder ging het in de richting van de zendmasten, we stapten door een nat veengebied, de zwarte turf was overal goed zichtbaar.

We passeerden vervallen gebouwen uit de Tweede Wereldoorlog
Hier stond een radarstation, de funderingen van de gebouwen waren nog zichtbaar en sommige gebouwen staan nog overeind en worden gebruikt als opslagplaats voor hooi.
Restanten van woelige tijden...
 
 
We zagen ook nog dit akelige waarschuwingsbord: hond aan de lijn of een boete van £1000 en je hond kan worden dood geschoten!😞


Op de terugweg stopten we bij Clachtoll Beach, een mooi strand gelegen aan een camping
 

Het was de laatste uitstap van deze reis en we kraakten een flesje wijn.
Een wit strand, een blauwe zee en een aangename temperatuur...mensen en hun honden genoten hier van rust, zon en zee. 
 
 
We reden terug over het kronkelende weggetje.
Dit soort smalle wegen zijn zalig om op te rijden tenzij er veel auto's op zitten, dan is het rijden van de ene passing place naar de andere.
Met de camping in de buurt kan het te druk worden op zo een weg die daar niet geschikt voor is.
Gelukkig was het in de vooravond rustiger.
 

Op deze laatste avond gingen we niet veel tijd besteden aan het diner, er stonden worstenbroodjes, een met groenten gevulde vegan pasty en pasta in tomatensaus op het menu.
Die worstenbroodjes waren een ontdekking, jammer dat we er niet meer kochten.
Na het eten pakte Martine de koffers in terwijl ik verder werkte aan de foto's en dit verslag.


Dag 15-16: To The South

Ik was vroeg wakker en werkte een verslag af voor deze blog.
Dit kereltje kwam checken als er nog iets te smikkelen viel. 
 
 
Om 8u30 checkten we uit, niet dat we iemand zagen, we lieten gewoon de sleutel op de deur.
We reden richting South, in Groot-Brittanië is het heel eenvoudig met de duidelijke richtingaanwijzingen naar noord of zuid.
In Aviemore stopten we voor een plaspauze en de benen te strekken, en we bezochten Aviemore Stone Circle.
Die is 4000 jaar oud en zit grotendeels onder de grond.
Lang moesten we niet wandelen om die te vinden, die staat gewoon in een woonwijk.
De stenen zitten grotendeels onder de grond, het lijkt niet veel bijzonders omdat enkel de toppen te zien zijn.
 

Wat we niet vonden in de plaatselijke Coop was vegan haggis, die hadden we vorig jaar gekocht in Inveraray en het was de bedoeling om enkele rollen mee te nemen maar die hebben ze dus blijkbaar niet overal.
We reden verder door de Cairngorms, zoals vaak lagen die er dreigend bij onder donkere wolken.
 

De rit naar Newcastle verliep zonder vertragingen, bijna de hele rit regende het lichtjes en om 15u45 reden we de ferry terminal op.
Een kwartiertje later parkeerden we de auto in de King Seaways, vanaf hier ging de Europese tijd in en zo was het meteen al 17u. 
Het diner was hetzelfde als tijdens de heenreis maar de affichering van ingrediënten was deze keer minder duidelijk, het restaurant had nog niet de make-over gekregen zoals de Princess Seaways.
Martine kocht in de dutyfree shop enkele cadeautjes voor de kleinkinderen en terwijl we hier nu toch waren sloeg ik twee flessen whisky in, een Jura en een Loch Lomond.
Het aanbod was groot, honderden flessen die gretig werden gekocht.
Er mag maar 1 liter p.p. worden ingevoerd... 

Voor de fles die we eerder kochten in Aberfeldy gingen we wel een plekje vinden in de auto, de kans dat ze heel de wagen doorzoeken is heel klein.
De avond brachten we door in de kajuit met een Koreaanse film.
Slapen zat er niet meteen in met luidruchtige Britse buren dus moest ik daar even ingrijpen, de rest van de nacht waren ze muisstil.
Een goede hulp tijdens de reis waren de websites Walk Highlands en Happy Cow.
Ook de papieren versie van The Rough Guide is al 24 jaar een goede gids.
Om 10u reden we Nederland binnen, om drie uur later thuis te komen voor een hartelijk weerzien met de dieren.
Het enige nadeel van te reizen is je dieren achterlaten, ook al weet je dat iemand op ze past.
Deze reis zat erop, het was alweer een geweldige ervaring.
En het weer was opnieuw uitstekend, we wandelden nooit meer dan tijdens deze reis.

 
Slàinte!

Jacky De Reviere, 15 mei 2024



 

 

Schotland 2024: Dag 12 & 13

Dag 12: Gescheiden van berg en tuin

Vandaag zou het warme en zonnige dag worden.
Ideaal om de Suilven te beklimmen, een berg gelegen in Assynt in het noordwesten van het Schotse Sutherland
De berg heeft meerdere toppen, op deze foto is de laagste spits te zien, de Meall Beag, deze foto nam ik vanop de hoogste koepelvormige top, Caisteal Liath.
 

In het Gaelic heet de berg Sula Bheinn, wat De Pijler wil zeggen.
De Vikingen noemden hem Sul Fhal, vanaf de kust lijkt hij immers op een grote grijze pilaar.
De berg wordt ook wel het Suikerbrood genoemd. Hij rijst bijna verticaal op uit het wildernislandschap dat voornamelijk bestaat uit heide, moerassen en meren en vormt daarmee het type inselberg, een alleenstaande berg.
Het is één van de indrukwekkendste bergen die het landschap van Sutherland domineren.
Volgens de legende oefenden de Noorse goden in Assynt in het creëren van bergen, tja, je moet ergens beginnen, hun oefening is meer dan geslaagd.
Goed uitgeslapen vertrok ik na het ontbijt, het was een eind rijden.
Tijdens de rit zag ik een typisch Brits tafereel, een koppel in een oldtimer, tuffend door het imposante landschap.
Na een uur rijden stond ik in Lochinver, aan de voet van de Suilven, een voet met weliswaar héél lange tenen want om de berg te bereiken moet er een heuvelachtig pad worden afgestapt van ongeveer acht kilometer, heen en terug wordt dit een tocht van meer dan twintig kilometer.
Dit maakt de tocht extra zwaar, met een hoogte van 731 meter is de berg niet zo hoog, iedere meter dient beklommen te worden want je vertrekt op zeeniveau, door het lange heuvelachtige pad kom je toch aan bijna 1000 klimmeters.
En met 25 °C was het warm, te warm voor een jas en een rugzak zou de tocht alleen maar zwaarder maken.
Ik nam dus zo weinig mogelijk mee, dronk vooraf en at fruit en een energiereep.
Met drie proteïne flapjacks en een halve liter water in de broekzak begon ik aan de lange tocht.
Het heldere weer was op meerdere vlakken een voordeel, het is motiverend dat de top gedurende de hele wandeling in zicht is, je hebt het einddoel de hele tijd in het vizier.
 
 
Het meestal brede pad was goed begaanbaar, ik volgde een koppel met een rode rugzak, zo moest ik niet eens navigeren.
Boven op de top zou blijken dat de rode rugzak een drone bevatte.

 
Vermoedelijk ergens halfweg de lange wandeling naar de berg hield ik even rust aan het riviertje dat door Loch Buidhe stroomt.
Ik wilde mijn rug niet al teveel belasten nog voor de klim moest worden aangevangen, de vooraf genomen pijnstillers kunnen ook een vertekend beeld geven.
Ik stuurde een foto naar het thuisfront dat alles oké was.
 
 
Even over naar dat thuisfront.
Voor het eerst op reis deden we elk een andere activiteit, Martine zag deze zware tocht niet zitten en bleef in het huisje, ze bezocht in de buurt Leckmelm Garden.
Een prachtige tuin met een verscheidenheid aan exotische planten, die kunnen hier aarden als gevolg van de hoge regenval en het gematigde klimaat.
De tuin is aangelegd tussen 1870 en 1930 en strekt zich uit langs een deel van de noordkust van Loch Broom. Het ligt op een zuidwestelijke helling met een weids uitzicht over en langs het loch.
Het bevat zeldzame en ongewone bomen en een breed scala aan struiken zoals hybride rododendrons.
 


Ondertussen 40 mijl verderop in het Noorden, ging de tocht vlotjes verder. Voorzichtig omspringen met de watervoorraad was de boodschap maar toch blij dat ik niet meer mee had want dan ging ik een rugzak moeten meedragen.
Ik was aan de klim van de bergwand begonnen, traag maar gestaag vorderde ik naar boven, gelukkig zonder geklauter zoals het afgelopen maandag het geval was.
Tijdens de klim ten volle genieten van het steeds mooier wordende vergezicht.
 
 
Voor de klim naar de top eraan kwam, even terug naar de tuin van Martine.
Ze maakte het zich een stuk gemakkelijker door gewoon wat te luieren op een bank, en waarom ook niet... het was vakantie en de zon scheen volop.
 



De Handkerchief Tree heeft bloemen als zakdoekjes en die vond ze heel bijzonder.
Net als de Zoete Kastanjeboom, de Chinese Rododendron en de Snowy Rodondendron.


Ondertussen ging het op de berg steeds steiler omhoog, terugkerende klimmers waren vol lof over het uitzicht op de top en iedereen vond het te warm, de woorden not Scottish weather viel meer dan eens.
Iemand waarmee ik een praatje maakte vertelde me dat dit landschap in geen 3.5 miljoen jaar is veranderd.
 

De top kwam in zicht, het muurtje bovenaan is het enige menselijke spoor in deze nog echt wilde omgeving.
 
 
Na 4.5 uur stond ik boven en het zicht was fenomenaal.
Ik rustte een half uurtje en maakte een paar foto's.
Eén van de spitsen is de Meall Beag, een indrukwekkend zicht vanop de echte top van de Suilven.
 

Zo een berg beklimmen bij dit een helder weer is fantastisch, ik had een geweldig zicht over Sutherland en de Atlantische Oceaan.
 
 
De afdaling verliep vlot, na een uurtje stond ik beneden, de acht kilometer lange weg terug moest nog worden afgestapt.
Een laatste blik op de berg waar ik even voordien op stond.
 
 
De laatste druppels werden opgedronken, de laatste energiereep opgegeten.
Het loch waar de auto stond moest nog helemaal worden rond gestapt maar de finish kwam in zicht. 


Twee uur later stond ik aan de auto.
Ik had er 8.5 uur over gedaan wat een redelijk gemiddelde is.
De dorst leste ik met een lauwe alcoholvrije Carlsberg en een appeltje.
Dat ik nog een uur moest rijden was niet erg, het schitterende landschap verveelt nooit.
Om 20u45 was ik terug aan het huisje.
Daar had Martine een lekkere Curry met Naan gemaakt, eigenlijk gewoon opgewarmd want we kochten die gisteren in de Tesco.
Maar het smaakte, en zeker het flesje koele cava vooraf!

Dag 13: Schotland op drift door de tijd 


Vandaag ontbeten we in het huisje.
Er is een kleine keuken waar we gerechten kunnen opwarmen of bakken in de pan. 
Het werd een beetje van alles, de worstjes van Linda McCartney's zijn echt top. 
We hadden die op eerdere reizen al een paar keer bij het ontbijt gekregen.
Deze kochten we bij Tesco, helaas bij ons niet te koop, tenzij online.
Ik wil wel een voorraadje in onze diepvries...
We gingen vandaag op studiereis, meer bepaald om het vak geologie wat bij te spijkeren.
 
We bezochten Knockan Crag ten noorden van Ullapool.
In de 19e eeuw zette een ontdekking hier de wetenschappelijk wereld op zijn kop toen bleek dat steenlagen van 1 miljard jaar oud van helemaal beneden tot bovenop de lagen van jonkies van 500 miljoen jaar kwamen te liggen.
Tijdens een wandeling van twee kilometer werd dit mysterie opgehelderd.
De witte strepen in de steen op de foto rechtsonder zijn heel lang geleden gemaakt door zandwormen toen deze steen nog zand was en toen onze planeet nog Arakis werd genoemd.
Die beestjes waren als uitvergrote replica fossiel te zien langs het parcours. 
 

We werden meegenomen op een reis door de tijd die tot 600 miljoen jaar terug ging, niet enkel door de tijd maar ook door de hele planeet, Schotland lag immers niet altijd op de huidige plaats.
Heel lang geleden lag het in Noord-Amerika, waarvan het zich los scheurde, een vroege Brexit dus.
En op zijn tocht over de Aarde lag het de ene keer rond de evenaar, dan weer aan de Noordpool om zich uiteindelijk aan te hechten bij Engeland.
Dit gaat hier uiteraard over een tijdspanne van miljoenen jaren en het tempo waarmee de verschuiving gebeurde zal wel niet zo hoog geweest zijn.
Ik vermoed niet dat er een soort competitie werd gehouden onder de continenten om bijvoorbeeld het eerst de Noordpool te bereiken...
De eerste wint een miljoen jarig verblijf rond de Evenaar!


Op de wandeling waren kunstwerken van steen te zien, zoals deze bol die maar niet van de berg wou rollen.


Deze afdrukken waren voor mij het bewijs dat de Yeti hier leeft, ik vermoedde dit reeds lang en was verheugd om dit eindelijk bewezen te zien!


We liepen helemaal tot boven, het werd alsnog een pittig stukje klimmen tot aan de top maar het uitzicht op de bergen van Assynt was prachtig.

 
Op de terugweg stopten we bij het keienstrand aan Loch Broom voor een wandeling naar
Rhue Lighthouse, de vuurtoren van Ullapool.
Vuurtorens fascineren me al lang en in onze reizen duiken ze vaak op. Meestal staan ze, solitair als een rots in de branding, op veraf gelegen plaatsen waar bijna niemand komt. 
Doorgaans zijn het mooie gebouwen...dat er uitzonderingen zijn zagen we vorige week in Uiginish Point op Skye.

 
De stranden hier zijn heel karaktervol, zeker de keienstranden met hier en daar een rotsblok tussen de kleinere stenen, ze zitten ook vol leven zoals slakken en weekdieren, het was opletten waar je stapte.
 


Na dit bezoek verbleven we een twee uurtjes in het boshuisje, het ging regenen maar het bleef beperkt tot een paar lichte buitjes.
's Avonds gingen we eten in de bistro van het Caledonian Hotel.
Een lekkere eenvoudige menu: Zoete aardappelsoep, Roggebroodtoast met Paddenstoelen, Wortel Wellington en Sticky Toffee Pudding met vegan ijs.
 

Jacky De Reviere, 12 mei 2024