zaterdag 2 september 2017

De mislukte beklimming van de Dinara

Knin
Een blog over het Noorden met een verslag van een Zuiderse trip?
Voor één keer kan het.
Na enkele weken de toerist te hebben uitgehangen in Istrië en de meren van Plitvička trokken we dieper het binnenland van Kroatië in naar de oude stad van de Kroatische koningen, Knin.
De stad hebben we niet bezocht, we waren hier voor een andere missie!

Knin ligt aan de voet van de Dinara, dit is de hoogste berg van het land en die gingen we beklimmen... dat was toch de bedoeling maar het draaide even anders uit.
Het leek nochtans een gemakkelijke klim...
http://croatia.hr/nl-NL/belevenissen/actieve-vakantie/wandelen-en-bergwandelen/dinara



Er waren in de stad geen aanwijzingen om het begin van het pad te vinden, op een stadskaart vonden we het voorstadje Guge waar het wandelpad begint en enkele straatnamen die verwezen naar de berg dus gingen we in die buurt zoeken en na wat te hebben rondgereden zagen we op een huis deze markering:



Het was echter reeds 13u en de wandeling vanaf dat punt was wel 5.5u naar de top, reken daar nog enkele uren afdalen bij... we konden nooit voor het donker om 19:50u terug zijn dus besloten we de grindweg op te rijden die ons naar de berghut Brezovac zou leidden, vanaf de hut was het immers maar 2.5 uur stappen naar de top, dit leek perfect doenbaar...
Het met kogelgaten doorzeefde aanwijzingsbord deed al het ergste vermoeden.


De grindweg liep steeds hoger de bergen in, na een tijdje was er een splitsing. Twijfel maakte zich van ons meester want er was geen aanwijzing welke richting het uit moest.
We besloten naar links te rijden, na ongeveer 2 kilometer werd de doorgang versperd door een groot hek waarachter zowaar een tank stond.
We stonden voor een militaire grenspost!

Een Kroatische militair kwam, gewapend met een machinegeweer naderbij tot aan het hek.
Ik stapte uit om uit te leggen dat we verkeerd waren gereden maar de man begreep geen woord Engels, Martine probeerde nog in het Duits...
De man begreep ook daar geen snars van, toen ik de naam Dinara liet vallen begreep hij uiteindelijk dat we gewoon de berg op wilden maar hij kon ons dus niet helpen.


Dan maar terug naar de splitsing gereden, de weg splitste zich nog meer op zodat het gokken was naar het juiste pad.
We kozen het pad dat het meest de richting van de top uitging, we reden tot de weg niet meer berijdbaar was met een gewone wagen en parkeerden ons aan de rand van de grindweg.


Vandaar gingen we te voet verder, wat proviand en elk anderhalve liter water in de rugzak zouden wel volstaan.
De Dinara is een droge berg, geen bergriviertjes waar er verfrissing te vinden is, de temperatuur bedroeg ruim 30°C, geen ideale wandelomstandigheden!
Maar dit zou geen al te lange tocht worden, de top was reeds zichtbaar.
Het pad veranderde al snel in een woestenij van ondoordringbaar kreupelhout en Martine besloot terug te keren naar de auto.
Ik trok alleen verder, het zou me wel lukken om de top te bereiken binnen de 3 uur.
De op het eerste zicht gemakkelijk in te nemen heuvel die voor de Dinara ligt is een aaneenschakeling van steile hellingen en ravijnen, dit zou dus toch geen gemakkelijk tochtje worden!
Ik zwoegde me een weg door een wildernis van doornen en laag struikgewas tot ik plots een sms kreeg van Martine dat ze de weg niet terug vond naar de auto!
Hier en daar waren er restanten van oude muurtjes, vermoedelijk oude grensmuren die de Bosnisch - Kroatische grens markeerden, aan één van die muurtjes moet ze zijn verkeerd gelopen...

Ik kon het niet maken om nog door te klauteren naar de top en stelde mijn doelstelling bij, ik zou tot aan de top van de laatste heuvel klimmen voordat de eigenlijke klim begint naar de Dinara.
Martine ging wachten op de plek waar ze zat om niet verder te verdwalen, we hielden contact door middel van de gsm en door roepsignalen.
Het beklimmen van de heuvel bleek echter niet haalbaar, het drinkwater was reeds de helft op... ik besloot dan maar terug te keren, deze beklimming was van in het begin gedoemd om te mislukken.

Ik besloot een iets andere weg te nemen om me niet terug door het onvriendelijke struikgewas te moeten worstelen.
Ik zou gewoon rond de heuvel stappen, dit leek een gemakkelijker route.
Plots zag ik een nog niet ontplofte granaat liggen uit de Kroatische onafhankelijkheidsoorlog (1991-1995).
Ik realiseerde me dat er in die heuvels zwaar gevochten is en het besef begon door te dringen dat dit echt geen zondagse wandeling was, zouden hier ook landmijnen liggen?? Voortaan liep ik heel voorzichtig met de blik op de grond gericht.


Ik hoorde op een niet zo verre afstand een auto rijden, ik besloot me te verbergen, dit was vast een militair die me zou oppakken, want wat deed ik daar op die van God verlaten helse plek? Die zou me zeker voor een vluchteling aanzien, ik had immers geen identiteitskaart bij want die lag in de auto...

Het stappen rond de heuvel ging aanvankelijk vlot maar de tocht bleek toch langer dan voorzien, het was reeds 16u en ik moest zeker om 17:30u bij de auto zijn om van daaruit Martine te zoeken.

Ik was nu zo ver afgedwaald dat roepsignalen niet meer hoorbaar waren voor haar.
De wandeling rond de heuvel bleef maar duren en ik vond steeds meer oorlogstuig. Batterijen, kogelhouders, stalen platen die als schietschijf fungeerden. Het gaf me geen veiliger gevoel...
Er lag ook een oude matras die dienst zal gedaan hebben om de strijders wat rust te brengen.


Ik had gelukkig mijn kalashnikov bij zodat ik me wat kon uitleven op een olievat.

De tocht ging verder, ik stapte nu aan de zijkant van de heuvel, de weg, die een droge rivierbedding was, werd af en toe bereden, ik zou eventuele landmijnen wel opmerken.
Het schoot redelijk goed op en zag het wel zitten om tijdig terug te zijn.

De achterkant van de heuvel die me naar de auto zou leidden was echter een haast ondoordringbare wildernis.
Tijdens de oorlogsjaren waren er wel paden maar die waren nu helemaal overgroeid.
Hoe dan ook, ik moest erdoor, het werd steeds zwaarder, mentaal omdat ik vreesde niet op tijd terug te zijn maar ook fysiek omdat ik door mijn watervoorraad zat.



Martine probeerde inmiddels op eigen houtje de wagen te bereiken, ver kon ze daar niet vanaf zijn, maar het struikgewas maakte haar het oriënteren moeilijk.
Ik besefte meer en meer de precaire situatie waarin ik was verzeild geraakt.
Het was reeds 17:45u en ik had geen zicht op een goede afloop.
Weldra zou de duisternis vallen en zou ik moeten overnachten in dit gevaarlijke bos.
Ik bloedde door de vele schrammen die de takken in mijn armen en benen hadden gekerfd, een hapklare brok voor de beren die hier konden zitten.
Ik had nog twee broodjes met hummus en groenten, zou ik daarmee een beer of hongerige wolf mee tevreden kunnen stellen?
Ik besloot ze toch maar niet op te eten.

Martine liet me even later weten dat ze de auto had gevonden, goed nieuws dat me toch wat op mijn gemak stelde, één probleem, de autosleutels staken in mijn rugzak...
Als ik het niet haalde kon ze een raampje ingooien om de nacht toch op een veilige manier door te brengen.
Ik was ondertussen zowat uitgeput van het urenlange klauteren en zwoegen door het stekelige struikgewas, vooral het gebrek aan water maakte het heel zwaar.
Ik kwam af en toe een autoband tegen, het leken me bakens voor de strijders destijds, in de buurt lag er ook telkens wel wat rommel uit de oorlogstijd.
Het was omstreeks 18:30u, de zon kon ik niet zien maar aan de intensiteit van het licht merkte ik dat ze aan het zakken was.
In gedachten was ik me aan het voorbereiden op een slapeloze nacht in dit akelige bos.
Tot plots het struikgewas lichter werd en ik een mogelijkheid zag om naar boven te klimmen, op de bergwand groeide er nu gras en de bomen lieten steeds meer licht door.
Ik kwam uiteindelijk boven op een paar honderd meter van de auto die ik nu zag staan, ik was dus toch de goeie richting uitgegaan.
Ik zag Martine staan naast de auto, de grindweg was niet zo veraf, na een 20 minuten bereikte ik het pad en was de verschrikkelijke tocht voorbij.

De auto in het midden met de top van de Dinara op de achtergrond
Martine liep me tegemoet met flessen water.
Water smaakte nooit zo goed als de liters die ik toen naar binnen kapte.
Tevreden dat het avontuur toch nog goed afgelopen was en mezelf zwerend dat we nooit nog een beklimming aanvatten zonder kaart of duidelijk pad, reden we rustig de berg af, de gevaren van het bos snel achter ons latend.
We hadden nog een meer dan 2 uur durende autorit voor de boeg naar onze guesthouse.
Ondertussen ging de zon onder en het werd snel donker.


21:25u bereikten we onze slaapplaats, aan eten hadden we geen behoefte, snel werden we overmand door de slaap vol angstige dromen over duistere bossen, bommen en wilde dieren.

 
Jacky de Reviere, 31/08/2017