donderdag 14 juli 2016

Schotland 2016: Skye - The Outer Hebrides - Ben Hope / Dag 12 - 14

Dag 12: Van Dalwhinnie tot The Cheviot Hills

De nacht was verder zonder hindernissen verlopen en na het opfrissen begaven we ons een paar kilometer of zo verder naar The Highland Suite voor het ontbijt.
Die "Suite" was eigenlijk gewoon een refter, waar alles klaar stond voor het ontbijt.
De zaalmeester (voor de filmliefhebbers: die kerel leek als twee druppels water op William H. Macy) wees ons een tafel waar we niet slecht zouden ontbijten, er waren voor het eerst zelfs croissants, niet dat die van goeie kwaliteit waren...
Het toasten van het brood moesten we zelf doen en de broodjes waren nu ook niet echt gebakken maar na gisteravond is een mens al blij dat hij een bord
warme bonen in tomatensaus mag vreten.
Na het ontbijt schreef ik nog wat verder en om 10:30u verlieten we het hotel, het meisje aan de balie riep nog: See you next time, ik dacht van niet!
Weg waren we, we reden door het skioord Aviemore, een plek in de bergen dat lijkt op een kruising tussen een Alpendorp en een Belgische kustgemeente en dat per abuis neergekomen is in de Cairngorms Mountains, het dak van Groot-Brittannië waar er tot april kan geskied worden.
Het liep hier vol toeristen, we zagen er zelfs eentje op zeeslippers, duidelijk een hardliner die liever aan zee zou zitten.
We reden hier vlug doorheen, het was zondag en bijna middag, dus apero time!

Distillerij Dalwhinnie lag toevallig op ons traject, kwam dat even goed uit.


Het regende buiten en blijkbaar lokte dat heel wat bezoekers naar Dalwhinnie.
We zouden anderhalf uur moeten wachten voor de volgende rondleiding.
Er was echter een alternatief, voor £10  kon je proeven van 3 whisky's begeleidt met aangepaste lekkere pralines, een whiskyglas en een kortingsbon ter waarde van £ 5 op een fles whisky kreeg ik er ook nog bij.


De waard vroeg me of ik zelf met de auto reed, was ik na deze tasting sowieso niet van plan dus kreeg ik nog een extra proevertje, meteen de beste van de reeks, een specialleke van 51.2°die niet verkrijgbaar is in de handel.


De waardebon kon ik natuurlijk niet ongebruikt laten, ik schafte mij een fles Dalwhinnie Winter's Gold aan om thuis nog wat na te genieten.
Vanaf nu begon de terugkeer, het besef begon te komen dat de reis naar zijn einde liep...
We reden terug de A9 op richting South.
Het regende onophoudelijk, de muziek van Roger & Brian Eno, Sigur Rós, Linda Perhacs, Stina Nordenstam, Harold Budd, Pink Floyd, David Sylvian en een paar honderd andere "sfeerscheppers" zorgden de hele reis voor de gepaste begeleiding.
Met dergelijke muziek op de achtergrond duurt een autorit door de regen nooit te lang.
Eens Edinburgh voorbij klaarde het op, we reden door tot Jedburgh waar we even halt hielden aan de abdij, ik had die vroeger al bezocht en beperkten ons bezoek tot de buitenkant.


Ik stapte een pub binnen en vroeg mij hun strafste bier en kreeg ...een Belhaven van een goeie 3°.


Het was de bedoeling om te overnachten in The Cheviot Hills, het mooie groene heuvelachtige gebied op de grens met Engeland.
Iets voorbij Jedburgh stond een bord naar een B & B die enkel te bereikbaar was via een houten brug, best spannend, maar helaas, er was niemand thuis...


In de Cheviots aangekomen probeerden we het hier, een Ardennen-achtige B & B annex antiekzaak, helaas deden ze geen last minutes...



The Cheviot Hills is een mooie streek, qua landschap te situeren tussen de Highlands en onze Ardennen, maar dan veel rustiger, gezellige dorpjes waar je verwacht een pijp rokende hobbit tegen te komen, de schapen grazen er meestal in afgebakende weides.


We passeerden ook dit luguber kerkhof:



Uiteindelijk kwamen we terecht in Newcastleton in het Grapes Hotel, we waren er de enige gasten die avond, blijkbaar zat de rest van Europa voor de buis naar de finale van het EK voetbal te kijken.

 
In het restaurant waren we niet alleen, het zat goed gevuld en we aten er lekker, de porties waren enorm, de tafeltjes klein, zouden hier in de heuvels dan toch hobbits leven? 
Na het diner werd er nog wat op de laptop getokkeld en een boek gelezen.
Op de radio hoorden we Portugal Europees Kampioen worden, onze fles champagne bleef ongeopend in de auto...

Dag 13 & 14: The Way Home

We aten ons ontbijt wat later dan gewoonlijk, het besef dat het de laatste uren op Schotse bodem waren spoorde ons niet direct tot haast aan.


Rond 11:15 verlieten we het Grapes Hotel, we namen niet de kortste weg naar Newcastle, maar wel de mooiste:


Door prachtig glooiende en groene landschappen reden we de grens over met Engeland.
Het is niet voor te stellen dat dit misschien een toekomstige Europese buitengrens kan worden: 

 

We kwamen ook een restant van de Muur van Hadrianus tegen, het lijkt ons wel iets om die wandelroute in de toekomst eens af te stappen ... 




Meer info over de Romeinse muur:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Muur_van_Hadrianus
https://www.wandelvakanties.com/engeland/hadrians-wall/hadrian-best.htm
 


We werden verwacht om 14:30 aan de ferry terminal in Newcastle.
Ik tankte de laatste Pounds op, wie weet betalen we de volgende keer gewoon in Euro...
Iets na 14u waren we er en mochten redelijk snel de King Seaways in rijden.
Het schip is reeds 30 jaar in gebruik maar zag er gloednieuw uit.
En is nog een stuk groter dan de Princess Seaways.




De auto mocht rusten in het ruim waar hij veilig werd opgeborgen.


Wij trokken naar The Mermaid Bar, die was al open met het idee, hoe vlugger we openen, hoe meer (te dure) drank we kunnen verkopen.
Het was goed weer en er ging een onbezorgd cruise sfeertje, alhoewel het aangeboden bier op niets geleek, de wijn belachelijk duur (het was nu zelfs 6.80€ voor een klein wijntje!) zat het er toch goed vol.
Wij bekeken het even en gingen naar onze kajuit om iets te drinken, aan die afzetterij besloten we ons geen tweede keer te laten vangen.

 

Na wat foto's te nemen op het dek begaven we ons naar het restaurant.
Het was 17:00u, de boot vertrok en plots was het 18:00u want voortaan werd de Europese tijd gehanteerd.
We hadden keuze uit een enorm buffet, voor elk wat wils:
 


Tijdens het diner merkten we door het raam dat het schip rustig de haven uit vaarde, we beseften nu wel degelijk dat de vakantie erop zat...
 


Er was entertainment in de bars, maar dat interesseerde ons niet, we wierpen nog een blik op de zee en zochten onze kajuit op, geen storm deze keer, het werd een rustige nacht.
Tijdens het ontbijt zagen we de Nederlandse kust dichter komen.
Om 9:30u meerden we in IJmuiden aan, het was echter 10:10u tot wij het ruim uitreden:
 


Het eerste wat we zagen was een publiciteitsbord van Heineken, we wisten nu wel zeker dat we in Nederland waren... 



Op de terugweg, iets voorbij Rotterdam, de radio afgestemd op NPO Radio 4, werd plots Land of Hope and Glory gedraaid.
Ik had zin om terug in te schepen richting Engeland...


Maar de reis zat erop en het was goed geweest, heel goed zelfs, zo goed dat tijdens het naar huis rijden, plannen werden gesmeed voor minstens twee toekomstige Schotland reizen.


En hoe zat het nu met die kilts?
Slechts drie mannen gezien in kilt, twee ervan heb ik op foto vastgelegd.


Enkele zaken zijn me opgevallen, de keuken blijft er in het algemeen op vooruit gaan  en vegetariërs kunnen probleemloos aan hun kostje raken in Schotland, op iedere kaart minstens 2 gerechten.


Ik zag meer fietsers dan vroeger, vaak zwaar geladen en puffend, veelal doornat de bergen over fietsend.
Dat zijn de echte helden van de weg, fietspaden zijn zo goed als afwezig, het is ronduit gevaarlijk fietsen terwijl de auto's van de hellingen komen gestormd op wegen vol blind summits.


Het regende nooit meer dan op deze reis, maar in deze omgeving heeft dit zeker zijn charme.

We slaagden er dan bijna altijd tijdens de buien in de auto te zitten.
En... de Schotten zijn bijzonder aangename mensen, we komen er graag en we komen er zeker terug!



Rond 13u waren we thuis, wat mij betreft, het lichaam was thuis, het hoofd bijlange nog niet...dat zat nog ergens in The Flow Country...


In onze straat is ook een "passing place", toen ik in de vooravond me aan de kant zette om een tegenligger te laten passeren ging dit niet gepaard met een vriendelijke groet van de overkant, de kerel gunde me zelfs geen blik en reed, star voor zich uit kijkend, verder.
Tja, het zal moeilijk herintegreren zijn, en dan zwijg ik nog over de neiging om links te willen rijden...  

Beannachd leat!

woensdag 13 juli 2016

Schotland 2016: Skye - The Outer Hebrides - Ben Hope / Dag 11

Dag 11: The Flow Country - Culloden - The Clava Cairns + een hotel...

Na het uitchecken in het Craggan hotel reden we via de kustweg richting oosten tot in Thurso.
Om van daaruit via de natuurgebieden, Broubster Leans en The Flow Country af te zakken naar Helmsdale.
De Broubster Leans zijn dunbevolkt, enkele dorpjes, veel vogels en uiteraard ook "cabriohuizen", één van de vele stille getuigenissen van de Clearances (ontruimingen).
Alleen in Noord-Schotland al werden begin 19de eeuw 15000 pachters, al dan niet met bruut geweld van hun land verdreven door de land-eigenares, de Gravin van Sutherland, om plaats te maken voor de schapenteelt.






Via Melvich reden we door The Flow Country, een uitgestrekt en zo goed als onbewoond natuurgebied waar de rivieren Halladale en Helmsdale ontspringen.
Middenin dit gebied bevindt zich het dorpje Forsinard, er is een treinstation met bezoekerscentrum.
In vergelijking met vroegere bezoeken aan dit ruige deel van Schotland merkte ik dat er inspanningen worden gedaan om het (natuur)toerisme van de grond te krijgen.
De weg die dit gebied doorkruist is heraangelegd, er zijn bewegwijzerde wandelpaden, en in de buurt van het station wordt een groot gebouw opgetrokken dat weleens een hotel zou kunnen zijn...
Niettemin blijft een bezoek aan The Flow Country een absolute aanrader.


 
Zoals op onderstaande foto's te zien, er is heel wat wild te spotten:


De zalmrijke Helmsdale stroomt dwars door het gebied en is een paradijs voor vissers.


Ik heb er echter nog geen zalm zien zwemmen...


In het naar de rivier genoemde Helmsdale aangekomen, namen we de A9, richting Inverness.
Een lange ietwat saaie rit langs de oostkust.
Sound of Cinema op BBC Radio 3 leukte de boel toch wat op.
Een selectie uit 80 jaar filmmuziek met jungle als thema, kwam hier zomaar uit de radio rollen, niet verstopt in de late uurtjes, zoals bij de VRT, maar gewoon in de namiddag.
http://www.bbc.co.uk/programmes/b07jhppf
Op de soundtrack van o.a. Jungle Book, Tarzan, Avatar, King Kong en The African Queen verlieten we het noordelijkste deel van de Highlands


Om 16:30u kwamen we aan in het uitgeregende en winderige Culloden
Daar op de heide werd op 16 april 1746 de Jacobitische Opstand definitief neergeslagen. 
In het bezoekerscentrum was alle informatie over de Jacobitische Opstand en de Europese oorlogen van die dagen te vinden. 


Wie geen zin heeft om tot daar te rijden maar toch geïnteresseerd is

https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_bij_Culloden
http://www.celticbritain.net/slag-bij-culloden.htm
We konden er een bijzondere visuele voorstelling van de Slag bij Culloden meemaken in een videoruimte waar je, rechtstaand tussen vier enorme videoschermen, je precies midden in het slagveld bevond. 




Wegens de overvloedige regen brachten we niet zoveel tijd door op het slagveld:




Op het slagveld staan de stenen met namen van de deelnemende clans.
Voor de Outlanders: Ook de Frazers leden zware verliezen...
Eigenlijk is het slagveld één groot massagraf.
Een kilometer verder bevinden zich de Clava Cairns.
Een indrukwekkende collectie prehistorische grafkamers rond de zuidoever van de rivier Nairn.
De Cairns zouden 4000 jaar oud zijn, maar er is weinig geweten over wie ze gebouwd heeft.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Clava_Cairn 


 

In een beukenbos troffen we de cairns aan omringd door staande stenen.




Voor de Outlander fans, ook hier zijn opnames gemaakt...


Het was redelijk duister in dit oude beukenbos... ik zette die sfeer nog wat extra in de verf: 


Bij het verlaten van Clava Cairns kwam een mysterieuze mist over de heuvel rollen.



Het was nu tijd om een overnachting te zoeken, de auto had dorst en we besloten in de buurt van het skioord Aviemore te logeren. 

In Carrbridge hielden we halt om te tanken rechtover het Carrbridge Hotel:



Het regende, reeds 19:20u en etenstijd dus boekten we hier een kamer voor één nacht, ik zou deze avond wat verder schrijven aan dit verslag en hier zou zeker WI-FI zijn.
Het zag er op het eerste zicht wel oké uit...

Een ietwat oubollig hotel met (zoals in de meeste hotels hier) geruit vloertapijt.  
In de vorige hotels en B & B's werd ons weinig persoonlijke informatie gevraagd maar hier moest vooraf een formulier ingevuld worden en betaald worden.
Ik begreep dit wel want het was een enorm hotel met meer dan 100 kamers, doorgaans niet het soort etablissementen waar we overnachten, maar ja, het was al laat, het regende...we checkten dus in.
Naast ons stond een jonge snaak te jammeren over de slechte WI-FI ontvangst... ik werd steeds minder enthousiast over deze hotel mastodont.

Het hotel was één labyrint van ellenlange naar mottenbollen en ontsmettingsmiddelen ruikende gangen.
Ik waande me in een slecht en goedkoop decor van een Agatha Christie roman, achter één van die deuren lag vast een lijk te ontbinden!
Na een tijdje stappen bereikten we onze kamer.
Bij het openen van de deur hoorden we een kleverig geluid.
Dit bleek een schuimstrook te zijn om de tocht tegen te houden.
Deze kamer kon nochtans wat tocht gebruiken!
Ondanks het regende zette ik direct het raam open want het rook hier zo muf dat ik vermoedde dat de deur in geen decennia was geopend.
De badkamer rook naar brak water, ik zag geen schimmel maar rook die wel.
Even het internet uittesten...geen verbinding...was er hier nu echt niets dat deugde?
We gingen naar beneden om te dineren, ondertussen deed de wind zijn werk in onze kamer.

Het meisje aan de balie was heel vriendelijk, de muffe geur liet ik maar zo, de wind zou dat wel oplossen, het was een cheap hotel, onze eisen lagen dan ook iets lager, en zoals eerder vermeld, het werd later en het regende... maar die WI-FI moest wel in orde komen!

In het (te kleine) restaurant kregen we een tafeltje toegewezen, heel dicht bij een andere tafel, iets dichter en we konden bij elkaar op schoot.
Na 11 dagen had ik wel zin in een biertje, maar er stond naar Belgische normen, geen echt bier op de kaart.
We bestelden een fles witte wijn die er nog door kon maar de voorbije dagen dronken we betere. 
Was ik enthousiast geweest over dit troosteloze hotel dan zou die met de minuut wegslinken.
Een oudere heer waggelde met zijn broeksriem open door het eetzaaltje...wat een vreemde plaats was dit toch...
Ik nam het risico op een voedselvergiftiging en bestelde me vis.
Weinig kans op vergiftiging zo bleek, dit eten kwam ongetwijfeld uit een vacuüm pakje, het enige verse was de smaakloze bloemkool.
Mijn voorgerecht was een Cullen Skink, wat was die gisteren lekker zeg, ik wou dit nogmaals ervaren!
Maar daarvoor moet je dus niet hier zijn!
Ik kreeg een (gelukkig) klein bord met twee zo goed als ongebakken broodjes, zou de oven defect zijn?
De soep zelf was een dikke drab met vier! kleine stukjes kabeljauw, gisteren betaalden we anderhalve pound meer voor dit gerecht maar hier vond ik elke penny er één teveel. 
Ik hoopte bij het afruimen van de overig heel vriendelijke jongedame op de vraag als het gesmaakt had...maar die vraag kwam niet, helaas...
Het arme kind wist heus wel wat voor troep ze serveert en in wat voor een aftands en naargeestig oord ze tewerkgesteld is!
Het hoofdgerecht was een stuk droge zalm in een broodkruimjasje, best te vreten maar in om het even welk baanrestaurant zal je beter eten.
Het lijkt vreemd dat we toch nog een dessert bestelden maar ik wou afronden met iets lekkers.
Ik hou wel van een frisse citroentaart met meringue en stond daar toch wel Florida Keys Lemon Pie op de kaart!
Dit zouden ze toch wel niet verprutsen zeker.
Maar ik kreeg dit geserveerd...



De foto is helaas niet bijgekleurd...
Het smaakte zoals het eruit zag, zo nep als het maar kon zijn, ik denk dat alle E-nummers aanwezig waren in dit artificieel gebakje.
Bij het afruimen gaf de serveerster geen krimp.
Ik zag de grap wel in van dit avondje, onze reis was tot nu toe bijzonder goed meegevallen, blijkbaar moesten we nu even in het zand bijten.
Na de "maaltijd" verkenden we nog even het hotel, in The Highland Suite was er goed internet te vinden, de meeste gasten klitten er samen, gezellig tokkelend op hun smartphone.
Er speelde een soort van schlager Highlander bandje...dit was de druppel, er zijn grenzen, ik zag hier echt de humor niet van in en vluchtte snel naar onze muffe kamer waar er warempel, nu wel goeie WI-FI was, en de kamer rook al minder muf!
Ik had heel wat inspiratie en begon mijn verslagje te schrijven, maakte het gezellig met een muziekje en een glaasje Jura terwijl Martine verder rond dwaalde in de Geheime Kamers van Jeroen Brouwers.
Tot plots de sirene afging, brandalarm!
Wat was dit nu weer?! Ik had deze avond al enkele keren aan Fawlty Towers gedacht, maar nu was de realiteit de fictie toch aan het inhalen, uiteraard kwam de scene met de brandoefening me voor de geest.
We lieten de sirene loeien en negeerden het gedoe, gekker moest deze avond niet worden, het waren vast kinderen die hun frustratie uitwerkten op de rookmelders, als het menens zou zijn, kropen we wel door het raam. 
Na een minuutje was het kabaal over en konden we rustig slapen.
Over het ontbijt wilde ik nog niet nadenken...het regende nog steeds pijpenstelen.
Indommelend met vreemde dromen over soepblubbers en groene taarten maakte de slaap zich over ons meester.