zondag 29 september 2019

Cornwall - Wales: Day 16 & 17

Day 16: The old town of Clovelly & The Birthplace of King Arthur.

 
02/09/2019
Het afvalverwerkend bedrijf Renewi is ontstaan uit de fusie van het Nederlandse Van Gansenwinkel en het Britse Shanks.

De groep heeft een groot marktaandeel in België Nederland, Groot-Brittannië en Canada.
Wie kent er niet de slogan? Afval bestaat niet.
Euh...wat heeft dit te maken met...?
Wel, de Upton Cross B & B wordt gerund door twee mannen waarvan er ene een leidinggevende functie had bij Van Gansenwinkel en die vaak in ons land was voor zijn werk.
Hij doet het, vermoed ik, nu rustig aan met de B & B met zicht op lama's en de zee.
Tijdens ons laatste ontbijt van de reis probeerde de voormalige afvalverwerker van de Upton Cross B & B ons zo hard te overtuigen van een bezoek aan het dorpje Clovelly dat ik vermoedde dat hij zijn afvalopbrengsten in het stadje investeerde
.
E
en ander koppel aan de tafel bevestigde de lovende woorden, we moesten er 15 mijl
voor terug keren maar het bleek de omweg waard.
Een spelletje scrabble aan zee werd er voor opgeofferd...het was de laatste dag en moesten keuzes maken.
In dit noordelijke deel van Cornwall zie je heel wat Cornische vlaggen, ook Saint Piran's Flag genoemd.
Die bestaat uit een wit kruis op een zwart veld.
Saint Piran is de patroonheilige van de tinmijnwerkers én die van Cornwall, volgens de overlevering zou hij het tin hebben ontdekt.
In de vlag wordt dit gesymboliseerd in het witte kruis, op een achtergrond van zwarte kolen, ook aan deze B & B wapperde de vlag.

Een half uurtje terug noordwaarts rijden dus, naar Clovelly, een oud vissersdorpje aan de Noordkust van Devon.
Het dorp is tegen een heuvel opgebouwd en telt een dikke 400 inwoners. 
Het bezoek begon met een opdoffer, dit dorpje heeft een toegangspoort in de vorm van een bezoekerscentrum/souvenirshop/restaurant/kaartenwinkel. 
Clovelly zomaar betreden is geen optie, er diende £7.75 p.p. betaald te worden om erin te mogen, Welcome to Clovelly zeggen ze dan!


Het dorp is helemaal in privé handen en sinds de Normandische overheersing in de 13e eeuw is het nog maar in handen geweest van drie families, de laatste 400 jaar is dit de familie Rous die het in originele staat heeft gerenoveerd wat het echt authentiek maakt.
Clovelly blijft een volledig functionerend stadje, dat zich vastklampt aan een meer dan 130 meterhoge klif, met uitzicht op Bideford Bay.


Vroeger was de toegang gratis maar de eigenaar bouwde in 1988 een bezoekerscentrum 
Eénmaal de tol betaald daal je af via steile kasseistraatjes, dat geldt ook voor de bewoners die al hun spullen naar hun huis brengen op een slee.


Vroeger gebeurde dit door muilezels die de steile gladde kinderkopjes moesten zien te overleven samen met hun zware last.
Dezer dagen wordt deze dierenmishandeling nog enkel getolereerd voor het vervoeren van kinderen, wij zagen gelukkig geen ezels in de straten, ze stonden wel beneden te wachten.


Met zijn gevels vol bloemen en slapende katten leek het wel dat we een prentenboek van Beatrix Potter waren binnen gewandeld.
Aan het pittoreske haventje adem je naast de zeelucht ook geschiedenis, dit soort beelden zie je enkel in films, "de tijd heeft hier stil gestaan" wordt soms iets te vlug uitgesproken maar hier is van toepassing.
We kwamen er ook een goede vriend tegen:


Je hebt er uitzicht over een schitterende baai met kiezelstrand.
Op de achtergrond, de kademuur uit de 14e eeuw.


Sinds halfweg de 19e eeuw heeft toerisme de visserij vervangen als belangrijkste bron van inkomsten.


Met de bootjes kan je mee voor een tochtje van een half uur voor de kust.
 

Ook hier haalde J. M. W. Turner zijn penseel boven, Colvelly Bay uit 1824 is te bekijken bij Tate's in London.


 Centraal op onderstaande foto, The Limekiln (kalkoven):


Die kalkoven produceerde kalk voor verschillende toepassingen tussen de 14e en 19e eeuw.
Het transport van kalk was moeilijk tijdens het pre-industriële tijdperk.
Dus werd het verscheept vanuit Wales, naar kleine havens langs deze kust.
Sinds de 14e eeuw wordt er in Clovelly kalk gebrand.
Kalksteenverbranding werd een belangrijk onderdeel van de economie in Noord-Devon tijdens de 18e en 19e eeuw.
Het wordt veel gebruikt als een element in landbouwmeststoffen en als stabilisator bij modderafgietsels, vloeren, mortel en witkalk.
Kalksteen en een steenkool, genaamd culm, werden verscheept van Zuid-Wales naar de haven van Clovelly.
Daarna werd het van het strand door ezels naar de kalkoven gedragen.
De oven werd gebruikt voor de productie van ongebluste kalk, een bijproduct van kalksteen.
De arbeiders die betrokken waren bij dit proces werkten in uiterst ongezonde omstandigheden.
Het inademen van gevaarlijke schadelijke dampen liet hen bijna stikken en vaak hadden ze lopende rode ogen.
Er waren geen veiligheidscontroles of bescherming en helaas stierven veel mannen jong.
De oven deed dienst tot 1911.
Na het bezoek aan dit bijzondere dorp kan je met een Land Rover terug naar boven worden gereden via een andere weg, wij namen de benenwagen.

Halfweg namen we pauze, ik at zo een vermaarde Cornish pasty, een traditioneel halfronde pastei en HET streekgerecht van Cornwall, dit moet je toch één keer geproefd hebben, je vindt deze pastei niet alleen in Cornwall maar in heel Engeland.
Hier hadden ze gelukkig een volledig plantaardige variant in de aanbieding.


Het was ruim na de middag toen we terug aan de auto waren.
We reden naar één van de meest toeristische hotspots van Cornwall, dergelijke plekken vermijd ik liever maar het kasteel waarvan men zegt dat koning Arthur er is geboren konden we toch niet zomaar passeren.
Tintagel is een klein dorp dat hoog boven de woeste kust is gelegen.
Doordat het in verband wordt gebracht met oude Keltische legenden en koning Arthur is het één van de beroemdste plaatsen in Cornwall.
In het dorp zelf is enkel The Old Post Office de moeite waard.
Het boerderijgebouw uit de 14e eeuw deed enkel tijdens de 19e eeuw een tijdje dienst als postkantoor maar dit was blijkbaar voldoende om heden nog steeds die naam te dragen.


Wij kwamen vooral voor Tintagel Castle, een middeleeuws fort op het schiereiland van Tintagel Island.
De site was mogelijk reeds bezet in de Romeinse periode, omdat er op het schiereiland een reeks artefacten uit die periode zijn gevonden, maar er is nog niet bewezen dat er een structuur uit die tijd bestond.  
Waarschijnlijk was het een woning van de regionale koning van Dumnonia, een deel van Groot-Brittannië tussen de late 4e en late 8e eeuw, in wat nu Devon, Cornwall en delen van Somerset beslaat. 
Het kasteel werd gebouwd op de site door Richard, 1e graaf van Cornwall in de 13e eeuw.
De lange geschiedenis van de site en de veronderstelling dat hier in de Donkere Middeleeuwen ook een koninklijk kasteel stond, voeden de mythe dat koning Arthur verbonden is met Tintagel.
De legende gaat over de veronderstelling dat Arthur's vader Uther Pendragon, de koning van heel Groot-Brittannië, ten strijde trok tegen Gorlois, de hertog van Cornwall, om diens vrouw Igraine te schaken, op wie Uther verliefd was.
Gorlois bracht zijn vrouw onder in het
op hoge rotsen gebouwde, en door zee omringde én dus oninneembaar geachte Tintagel Castle.


Het kasteel heeft echter één zwakke plek, een smalle rotsachtige doorgang dat eenvoudig met enkele krijgers te verdedigen is.
De tovenaar Merlijn werd geroepen en veranderde Uther's uiterlijk op magische wijze in dat van Gorlois.
Met die vermomming kon hij gewoon Tintagel Castle binnen gaan waar hij Igraine aantrof en tijdens die liefdesnacht werd de beroemde Arthur verwekt.
Wij verwekken niets meer en parkeerden ons in het dorp, na ons toegangsticket aan te kopen begaven we ons op het pad naar het kasteel.
Het kasteel staat op het einde van een landtong, die in de 15e eeuw doormidden brak door erosie, een deel van het kasteel verdween in een ravijn.
De twee delen zijn nu verbonden met een wandelbrug.
We wandelden tussen de ruïnes van vervallen muren.
Je moet al wat verbeelding hebben om je de achtereenvolgende kastelen voor te stellen die hier ooit stonden maar het dramatische decor met de oceaan als achtergrond moet volstaan om je gedachten de vrije loop te laten gaan.
Voor de inwoners van Cornwall is het wel duidelijk, hun King Arthur is hier geboren en je spreekt dit dan ook beter niet tegen!
Op deze foto Merlin's Cave:


Hier is duidelijk het ravijn te zien waar een deel van één van de oude kastelen verdween:


Helemaal op het eind van de landtong staat een sculptuur van koning Arthur:


Vanaf hier begon de terugtocht...het besef begon nu echt wel door te dringen dat de reis erop zat, we bevonden ons op ongeveer 12 uur van de terugvaart naar Calais, nog één laatste blik op de prachtige kusten van Cornwall...



Deze avond zouden we eten in Polperro, het gezellige haventje dat we de eerste dag bezochten.
Voor we daar aankwamen gingen we winkelen.
Van de uitbater van Christelton House in Llandudno waren we te weten gekomen waar we moesten zijn voor die vegan kaas die ik  op verschillende pizza's had geproefd en daar wou ik wel een voorraadje van mee nemen. 
Na even het warenhuis te verkennen vonden we waarvoor we kwamen, jammer dat de chips op waren waarvan ik een grote doos wou kopen...
Het was rustig in Polperro, de vakantie zat er voor velen op en in de vallende avond had het iets van een ingeslapen havenstadje.


Deze hond genoot er van het uitzicht en wou dit vooral zo houden:


Op het terras van The Blue Inn, een druk bezochte pub, genoten we van een typisch Britse eenvoudige maaltijd.


Nog een laatste blik op de baai en we wandelden terug naar de parking.


We waren met het laatste busje naar de haven gereden en moesten nu te voet terug.
Het was 19:20u en moesten ons niet opjagen, we hadden onze boot rond 2u maar mochten aan dezelfde prijs een boot later of vroeger nemen.
We verlieten No Man's Land en reden oostwaarts naar Dover.

 

Day 17: The way home...


Dinsdag 03/09/2019 
De rit naar Dover was redelijk vlot verlopen, in Saltash, waar we Cornwall verlieten moesten we deze keer tol betalen bij het oversteken van Tamar Bridge.
Om 1:15u waren we in Dover.
Het inchecken ging heel vlot, er was geen controle...
De auto werd gestald in de grote maag van The Spirit of Britain, ik nam nog een lekker biertje mee, het was toch een twee uur varen en we waren ruim op tijd aanwezig in de lounge.
Toch eerst naar het toilet, gelijk van welk land je bent, of je nu arm of rijk bent, de toiletten stonken voor iedereen even hard. 
Aan de gesprekken te horen die ik opving, waren we met een heleboel nationaliteiten aan boord, een varende multiculturele samenleving waarvan de helft lag te slapen op de banken.
De taxfree shop was open en ik kocht me voor de huis- en dierenoppassers een paar flessen Laphroaig Four Oak whisky en, de gelijkheid van mensen en volkeren indachtig, ook eentje voor mezelf.
Het was bijzonder rustig op de veerboot, ik was niet moe en opende mijn grote fles KEUN Oaked Bruin, een bier ideaal voor de wintermaanden en wat mij betrof mochten die eraan komen.
De overtocht was kalm, geen wilde zee en tijdens het genieten van het bier nam ik de foto's van de laatste dagen door.
Hoe de kapitein het deed is me een raadsel, we waren bijna een half uur eerder dan voorzien in Calais, had die een binnenweg gevonden of zo? 
Na de klok een uur vooruit te draaien reden we omstreeks 4:15u de veerboot uit.
Tijdens het naar huis rijden ontstonden er al plannen voor een volgende reis die ons een heel eind verder naar het Noorden zal brengen.
Om 6u parkeerden we ons op de eigen oprit, het zat er nu echt wel op.
Het verslag van deze reis daarentegen zat er nog lang niet op, het zou nog bijna 4 weken duren tot alles neergepend zou zijn.
Dit verslag schrijf ik in de eerste plaats als herinnering voor ons zelf en het is leuk als anderen er inspiratie in vinden of op die manier een beetje "meereizen".
Zoals steeds bleek The Rough Guide een uitstekende inspiratiebron en deze keer waren de Trotter en Vicky Guide ook handige partners.

Welwn ni chi y flwyddyn nesaf!

Jacky De Reviere
29/09/2019

woensdag 25 september 2019

Cornwall - Wales: Day 14 & 15

Day 14: The Bronze Age Copper Mines of the Great Orme

 

31/08/2019  
Christleton House ligt op wandelafstand van het tramstation, Victoria Station. Daar neem je de tram naar de top van de berg, The Great Orme.
Je kan er op verschillende manieren naartoe, waaronder een kabelbaan maar vanwege de sterke wind lag die stil.
Sinds 1902 kan je met de Great Orme Tramway naar de top van de berg.
De enige kabel getrokken tram van Groot-Brittannië die over de openbare weg rijdt.
Wat wij vandaag dus ook deden, het is een open tram en het waaide stevig.


De kalkstenen berg heeft een geschiedenis dat 300 miljoen jaar terug gaat in de tijd toen die werd gevormd op de bodem van een tropische zee.
Hoewel reeds bewoond in de Steentijd, leefde de nederzetting pas op in de Bronstijd, toen de mensen het malachiet smolten en heel Europa van koper voorzagen.
Het waren de Vikingen die de berg zijn naam gaven die een afleiding is van het Oud-Noorse woord worm of zeeslang, zoals het gevaarte eruitzag in de ogen van zeelieden die het in de dichte mist naderden.
Tegenwoordig groeien er heel wat wilde planten en is het een habitat voor o.a. een kudde wilde geiten maar die gaven niet thuis...

Het waaide er vooral heel hard, je had er wel een vergezicht over de Noordkust en de pieken van Snowdonia.
We namen een kijkje in de souvenirshop waar ze al helemaal in de kerstsfeer waren, tja, het was immers al eind augustus...
Wij kwamen toch in de eerste plaats voor de kopermijnen uit de Bronstijd die zich op de berg bevonden.

Vanaf de top van de Great Orme ziet het landschap er even vredig als opvallend uit, glooiende groene heuvels en landbouwgronden die zich uitstrekken tot aan de blauwe Ierse Zee.
Maar de landtong die boven Llandudno rijst, heeft een geheim dat duizenden jaren begraven lag.
Wij dus terug de tram op, we stapten af aan de prehistorische kopermijnen, toevallig ontdekt toen men een parkeerterrein wou aanleggen.


Meer dan 8 km tunnels lopen er onder het oppervlak van de heuvel, verspreid over negen verschillende niveaus en tot 70 meter diep.


Dit zijn tunnels van een oude kopermijn die 3800 jaar geleden voor het eerst werd uitgegraven en binnen een paar eeuwen de grootste in Groot-Brittannië was.
Sommige zijn zo smal dat alleen kinderen erdoor kunnen. 
Waarschijnlijk schraapten kinderen deze aderen uit terwijl hun ouders in de buurt waren, in die tijd was het normaal dat werken gebeurde in familieverband, kinderarbeid was heel normaal in die tijd.
Bij opgravingen in de jaren 1980 werden 4000 jaar oude botten van dieren gevonden
Meer dan 2500 steenhamers - de grootste met een gewicht van 30 kg - en meer dan 35.000 artefacten van botgereedschap zijn gevonden in de Great Orme.     
Het bleek de Stonehenge van de kopermijnbouw te zijn. 


We namen de tijd om in de souvenirshop de vele stenen en mineralen te bekijken, hier werd geen plastieken rommel aangeboden, maar mooie sieraden en kunstwerkjes.
Na het bekijken van een inleidingsvideo zetten we onze helm op en daalden 18 meter af in de 38 eeuwen oude mijngangen.



Voor mensen die geen last hebben van claustrofobie is dit een fantastische ervaring, je ziet het groene koper in de rotsen zitten.
Tijdens de wandeling door de nauwe ondergrondse gangetjes kregen we een beeld van hoe mensen bijna 4000 jaar geleden met de hulp van eenvoudige hulpmiddelen, zoals scherpe stenen of beenderen, zich een weg baanden door de rotsen op zoek naar koper.
In de 19e eeuw toen er nog mijnbouw werd gepleegd, was men zich bewust van de aanwezigheid van oudere mijnen, tot in de jaren 1970 werd aangenomen dat die van de Romeinse tijd dateerden.


Sindsdien is een deel van de oude mijnen ontdekt, er is echter nog veel dat nog niet aan de oppervlakte is gekomen, wellicht was dit de grootste kopermijn ter wereld.


Dit was een bijzonder bezoek, bij het bovengronds komen scheen de zon en daalden we met de tram verder af naar de stad.
 

Terug beneden aten we een ijsje voordat we verder gingen naar de pier, die bestaat uit één lange rij kleurige victoriaanse herenhuizen, zo moet onze kust er ooit ook hebben uitgezien...


Met 572 meter heeft Llandudno de langste pier van Wales, gelukkig maar want op een kleinere pier zou er voor de vele wandelaars geen plaats zijn. 
De stad is een goed voorbeeld van een typische traditionele Britse badplaats.
Ontstaan in de 6e eeuw rond het door de heilige Tudno gebouwde Llandudno klooster.
Daarmee deed het christendom zijn entree in deze contreien.
Toen de kopermijnen halverwege de 19e eeuw uitgeput raakten vatte een plaatselijke landeigenaar en parlementariër het plan op om een badplaats te bouwen voor welgestelde vakantiegangers.
In 1854 werd met de bouw begonnen en heel snel won de nieuwe badstad aan populariteit, Llandudno was een symbool geworden van het victoriaanse ideaal, bekende gasten vanuit de hele wereld brachten er hun vakantie door.
Tegenwoordig is de stad een stuk minder mondain en is het een vakantieoord met overnachtingsmogelijkheden voor ieders beurs.
De pier straalt toch nog heel wat grandeur uit.


Martine zocht op het strand stenen en de meeuwen waren uiteraard ook van de partij.


De wind waaide minder hard en de mensen genoten in de  zon, kinderen bouwden zandkastelen...
We gingen het rustig aan doen vandaag, en gingen voor het avondeten twee uurtjes chillen in de lounge van de guesthouse waar ik aan deze blog kon verder werken. 
We waren bijna twee weken op pad en ik kon eindelijk het verslag van de eerste dagen publiceren.

Ik wist nu al dat het verslag pas weken later zal klaar zou zijn, niet erg, op die manier creëer je een verlenging van de reiservaring.
Zoals ik gisteren vermeldde hadden we een tafel gereserveerd bij Voltaire in Bangor.
Vanuit Llandudno is dit een half uurtje rijden maar dat was het zeker waard.
Voltaire is volledig veganistisch en het was geen overbodige luxe dat we vooraf reserveerden want het zat vol.

We hadden uitstekende recensies gelezen en de verwachtingen werden gelukkig ingelost.
Na enkele voorafjes koos Martine voor de Voltaire's Supper: French style V-duck in gekarameliseerde sinaasappelsaus met seitan stukjes, dauphinois aardappelen en verse groene bonen.
Ik kon niet kiezen en koos maar dan voor alles onder de noemer, Harbourside Special, een vegan surf & turf schotel vol lekkers, niet alles staat op de foto:


Er was nog plaats voor een dessertje.


Jammer dat we morgen niet meer in de buurt waren, hier willen we terug komen, wie weet ooit...we hebben zeker nog niet alles gezien in Wales.
We komen wel eens terug als het minder waait en het treintje de Snowdon op rijdt.
Het was de laatste overnachting in Christleton House en terug op de kamer boekten we een B & B in Cornwall voor de komende nacht.
The Great Orme, verlicht door schijnwerpers en te zien vanuit onze kamer, waakte over de stad, we hadden een rustige nacht in de victoriaanse slaapkamer.



Day 15: The Bronze Age Copper Mines of the Great Orme

01/09/2019
Vandaag waren we stipt op tijd aan de ontbijttafel, we wilden op tijd aanzetten want we gingen een heel eind afzakken naar het zuiden, deze avond werden we verwacht in Bude, in het noorden van Cornwall.
We hadden een fijn verblijf gehad in Christleton House, de klant is er koning, de uitbater had speciaal een plantaardige ontbijtmenu opgemaakt en het zou zonde zijn dat ik de toast met vegan kaas niet zou geproefd hebben, die was heel lekker en nu wou ik wel eens
weten wat merk dit was want in België is die allicht niet verkrijgbaar.

Voor die informatie beloonde ik hem met een St.Bernardus Abt 12, ik vond dat de man recht had op een lekker biertje!
Na afscheid te nemen van deze sympathieke kerel gingen we op pad.
De stad Cowny hadden we twee dagen geleden doorkruist tijdens de late terugkeer van Holy Island.
De Cowny Walls waren mooi verlicht en we gingen hier later nog terugkomen.
 
En later was dus vandaag, Cowny is een stad met een rijke geschiedenis.

Ook deze stad werd net als Llandudno gebouwd rond een klooster.
De blikvanger is Conwy Castle, sinds 1986 op de werelderfgoedlijst van UNESCO
Het kasteel vormt samen met de stadsmuren een complete ring rond de stad. 
Met 3 stadspoorten en 21 torens behoren ze tot de mooiste van Groot-Brittannië.
Het kasteel had een grote strategische waarde.
Het werd in 1283 gesticht als onderdeel van de verdedigingswerken die koning Eduard I in Wales liet bouwen, de zogenaamde IJzeren Ring, dit was het meest ambitieuze bouwproject van de Middeleeuwen.
 
Conwy Castle was het duurste bouwwerk van de verdedigingsgordel, de bouw kostte ca. £15.000, een astronomisch bedrag in die tijd.

 
Conwy Castle speelde een belangrijke rol in het neerslaan van verschillende conflicten in Wales
Het kasteel werd in 1294 aangevallen door de opstandeling Madog ap Llywelyn, maar hij slaagde er niet in om het kasteel in te nemen. 
Koning Richard II van Engeland verschanste zich in 1399 een tijdje in Conwy
Hendrik IV bracht Richard II in 1400 naar de Tower of Londen en later naar Castle Pontefract in York, waar hij werd vermoord...
Tijdens de Engelse Burgeroorlog in 1642 werd Conwy Castle gebruikt door de troepen die loyaal bleven aan koning Karel I

Zij konden het kasteel tot 1646 in bezit houden, in 1660 werd het ontdaan van al het ijzer, hout en lood en achter gelaten zoals het nu nog steeds is.
Het kasteel kwam in handen van een Nederlandse familie, er werden restauratiewerken uitgevoerd maar het bleef onbewoond, later werd het verkocht aan de staat.
Bij kasteel Conwy ligt een hangbrug, die in 1826 werd ontworpen en gebouwd door Thomas Telford
Toen was het een van de eerste hangbruggen voor verkeer ter wereld, voor de aanleg werden delen van het kasteel gesloopt.


Voor een bezoek aan het kasteel was geen tijd, ik beperkte me tot het maken van enkele foto's aan de buitenkant en we maakten een korte wandeling in de stad.
Britser dan dit konvooi van MINI Cooper kon het niet worden tenzij er eentje zou tussen zitten in de vorm van een scone of theepot.


We passeerden we aan het kleinste huis in Groot-Brittannië, bekend als Quay House, dat tegen de stadsmuren op de kade staat.


Dit huisje werd gebouwd in de 16e eeuw en bestaat uit slechts twee kamertjes en de totale hoogte is 2.75 meter.
De gevel is slechts 1.52 meter breed, de voordeur beslaat een kwart van de gevel.
Je moet bukken om er in te raken, de laatste bewoner en overgrootvader van de huidige verhuurder kon er van mee praten, een boomlange visser van 1.91 meter die niet eens kon recht staan in zijn huis!
Hij mocht er niet blijven wonen van de gemeenteraad die het huis in 1900 ongeschikt verklaarde voor menselijke bewoning.
Van de dame aan de ingang kwam ik te weten dat er voor de visser zelfs een koppel woonde in het huisje.

We reden verder naar het dorpje Holywell, ook wel het Lourdes van Wales genoemd.
Het was zondag en we gingen naar de kerk!
Echter, hier geen massatoerisme en drommen pelgrims. 

Alhoewel dit een bedevaartsoord is waren er geen drommen pelgrims.
De souvenirshop verkocht vooral kaarsen en er speelden melige covers van bekende popsongs...
Alles draait hier om de St.Winefride's Well, een bron waarvan het water heilzaam zou zijn voor gewrichtsaandoeningen, de Romeinen maakten als eersten melding hiervan.
En daarmee verpesten ze volgend verhaal:


Van pijnlijke gewrichten zal de deugdzame Winefride geen last meer hebben gehad nadat ze in 660 werd onthoofd toen ze weigerde in te gaan op de avances van prins Caradoc waarvan blijkbaar niet enkel zijn lontje wat klein was uitgevallen...
Op de plek waar haar hoofd viel ontsprong een bron en toen de heilige Beuno, haar oom, het hoofd naast het lichaam legde, wekte de combinatie van het water en zijn gebeden haar weer tot leven, waarna ze de rest van haar leven doorbracht als abdis van het Gwytherinklooster bij Llanrwst.
Richard I en Hendrik V namen het beschermheerschap op zich en een gestage stroom gelovigen trok naar wat één van de belangrijkste heilige plaatsen van het christendom werd.


Na de Reformatie riskeerden bedevaartgangers de doodstraf en groeide de bron uit tot een brandpunt van het verzet tegen het protestantisme.
Anderhalve eeuw later kwam Jacobus II, de katholieke koning van Engeland, hier bidden voor een zoon en troonopvolger; toen zijn gebeden uiteindelijk werden verhoord, zagen zijn protestantse tegenstanders zich genoodzaakt Willem III van Oranje, zijn schoonzoon, naar Engeland te halen en moest hij al snel een veilig onderkomen zoeken.
In 1500 werd de St.Winefride's Chapel gebouwd rond drie zijden van de bron, de moeder van Hendrik VII financierde de bouw en verdiende daarmee een plekje tussen de afbeeldingen op het waaiergewelf van de crypte.
Hoewel het bedevaartsoord al lang niet meer zo belangrijk is, komen er nog steeds pelgrims, voornamelijk op St.Winefride's Day eind juni, deze zondag was het er rustig. 

Voor de kapel is er een enorm bad gebouwd waar, vooral in de zomer, dagelijks mensen worden ondergedompeld ter genezing van hun kwalen, een rite die ook wel wordt geassocieerd met de Keltische doop door drievoudige onderdompeling, iedereen van welk geloof ook, is er welkom.
Het was nog een uur wachten tot de volgende onderdompeling, we besloten dan maar verder te rijden naar het zuiden van Wales.
Op weg werden we getrakteerd op mooie rustgevende landschappen.


Er staan terecht strenge hoge geldboetes op sluikstorten maar deze foto maakt helaas duidelijk dat er toch nog zijn die er vierkant hun botten aan vegen. 
Toch is mijn algemene ervaring dat het hier meevalt wat zwerfvuil aangaat.
Naast dit en het geval in het Brecon Beacons National Park heb ik geen afval zien liggen.
We waren op weg naar Devil's Bridge, een heel bijzondere brug die ik ken van de allereerste aflevering van de Welshe detectiveserie Y Gwyll, beter bekend als Hinterland.
In de desolate streek waar we door reden zijn heel wat scenes opgenomen, het was bewolkt en er viel al eens een druppel, ideale weersomstandigheden voor een autorit door deze prachtige landschappen.


Rond 15:30u arriveerden we bij Devil's Bridge, een dorpje dat zijn naam ontleende aan zijn bijzondere brug dat de rivier Afon Mynach overspant.
Via een draaihek waar we een £1 muntstuk instopten konden we afdalen naar de rivier, er konden ook langere wandelingen worden gemaakt.
Momenteel bestaat de brug uit drie over elkaar gebouwde aparte bruggen, twee stenen en één metalen. 
De bovenste twee bruggen gebruiken de onderliggende als steunpilaren. 
De onderste brug is gebouwd rond 1100, er doet echter een legende de ronde dat die niet door mensen is gebouwd maar door Satan zelf!
De brug die de oversteek over het diepe ravijn mogelijk moest maken zou niet door normale stervelingen gebouwd kunnen worden.
Satan zou de brug bouwen in ruil voor de ziel van het eerste levende wezen dat de oversteek zou maken.
Toen de brug klaar was gooide een oude dame een stuk brood over de brug waardoor haar hond erachteraan ging, wat hem de eerste levende ziel zou maken die het ravijn overbrugde.
De landschapsschilder J. M. W. Turner (zijn leven werd verfilmd als Mr. Turner) vereeuwigde in 1806 de brug, dit werk bevindt zich in de Tate Gallery, Londen.


Wat echt opvalt in Groot-Brittannië is de tolerantie tegenover honden.
Bijna overal zijn ze toegelaten, in hotels, restaurants, op het strand...het zou normaal moeten zijn maar dat is in ons land meestal niet zo.
Hier verkochten ze zelfs hondenijsjes.
Het was niet echt ijsjesweer maar in de buurt was een tearoom waar ik een heel lekkere cider dronk. 
Inmiddels was het 16:30u en we hadden nog een drie uur durende rit voor de boeg naar onze overnachtingsplaats. Niet dat er tijdsdruk was want we konden er inchecken tot middernacht.
Terug op pad dus, vanaf nu langs de snelweg, vreemd om te zien dat een wielerwedstrijd gewoon op de snelweg plaats vond tussen het gewone verkeer.


In het stadje Builth Wells nam een prachtige muurschilderij een volledige zijgevel in.
Deze blikvanger deed me toch even de auto parkeren om een foto te maken.
De muurschildering toont de laatste dagen vóór de dood van prins Llywelyn of Wales.
In de winter van 1282, na het verslaan van het Engelse leger in de Straat van Menai, kwam Llywelyn naar Builth om steun te zoeken bij de lokale hoofdmannen.
Hij kampeerde met zijn leger in de buurt van Cilmeri toen hij werd opgeroepen om alleen naar Aberedw te gaan, zogenaamd om de hoofdmannen van Breconshire te ontmoeten om hun krachten te bundelen tegen de Engelse indringers.
Llywelyn, zijn maat Grono ap Fychan en een lijfwacht van 18 man staken de rivier de Wye over bij Llechrhyd en lieten de soldaten achter om de doorwaadbare plaats te bewaken. 



M
aar ze werden in een hinderlaag gelokt en gedood. 
Het onthoofde lichaam van de prins werd begraven in Abbeycwmhir, zijn hoofd werd naar Londen gebracht.
De muurschildering toont Llywelyn en zijn mannen, een scène met de gevechten en een weergave van Builth Castle, waar Llywelyn werd weggestuurd toen hij probeerde de Engelsen te ontvluchten.
Het toont ook een smid - Rode Madoc - die het hoefijzer op het paard van Llywelyn omkeerde zodat de afdrukken in de sneeuw eruit zouden zien alsof hij in de tegenovergestelde richting reed toen hij uit zijn hinderlaag vluchtte

 

We reden verder, een brandende auto langs de M5 zorgde voor het eerst op deze reis voor een 25 minuten file. Het was rond 21u toen we in de buurt van de B & B waren.
We besloten niet buitenshuis te eten en kochten in een M & S tankstation broodjes, slaatjes en pasta.
Het was ondertussen pikdonker en we moesten toch even zoeken in de wirwar van smalle boerenweggetjes.
Uiteindelijk vonden we toch de Upton Cross B & B.
Na even kennis te maken begaven we ons naar de kamer voor een welgekomen geïmproviseerde maaltijd, een wijntje maakte het af.


Om te schrijven had ik geen zin, waar ik wel zin in had, was een aflevering van De Grens, een legendarisch radioprogramma van weleer.
In bed luisteren naar een vreemd surrealistisch verhaal met aangepaste muziek was de ideale afsluiter van een boeiende dag.


Jacky De Reviere
25/09/2019