vrijdag 25 september 2020

Haspengouw - Ardennen - Eifel, Moezel & Rijn - Limburg: September 2020 Deel 5: Limburg

Deel 5: Limburg

Na het uitchecken bij Eifelblümchen reden we door naar Nederland.
We zouden deze dag meer dan 200 km rijden dus gingen we opladen onderweg in Maastricht waar we ook zouden ontbijten.
Bij het inrijden van Nederland waande ik me door de holle wegen en de hoge heggen eventjes in Cornwall of Wales...


In Maastricht werd er opgeladen, laadpalen genoeg hier.
Nederland staat véél verder wat dat betreft.
We parkeerden ons in de buurt van het bijzondere Bijzonder waar we zouden ontbijten.
Iemand vond het nodig zijn Mini te parkeren op een oplaadplaats maar ik wist dit te omzeilen door me verticaal te parkeren, met een Smart raak je overal in.
Dat ik daarmee de Mini vast zette kon me geen moer schelen, een mens moet soms zijn plaats opeisen!

Bijzonder viel heel goed mee, we aten er een heerlijk ontbijt, ik ging voor de "In Dromenland".
https://bijbijzonder.com/menu
/
Gelukkig veranderde de droom niet in een nachtmerrie en had de Mini ons niet aangereden, ik had voor de zekerheid zijn nummerplaat genoteerd, men weet maar nooit...
We hadden een bezoek gereserveerd aan het fort van Eben-Emael om 13:45u, we moesten ons een uurtje bezig houden in Maastricht, de auto parkeerden we nu wel op een andere plaats.


Het viel ons op dat corona hier niet zo aanwezig is in het straatbeeld, steek je de grens over met Nederland en je komt wat dat betreft in een andere wereld terecht, letterlijk en figuurlijk een verademing.

Maastricht

Dan naar het beroemde fort, in 2001 ben ik er eens met de fiets naartoe gereden als onderdeel van een fiets trektocht maar toen stond ik voor een gesloten deur, ditmaal stonden we op de bezoekerslijst.


H
et Fort van Eben-Emael, even ten zuiden van Maastricht, werd gebouwd tussen 1932 en 1935 en was één van de grootste en sterkste fortificaties van Europa en als oninneembaar beschouwd.
Het maakte deel uit van de buitenste oostelijk gelegen fortengordel rond Luik, gebouwd in het Interbellum.


Het werd ondergebracht in een mergelberg, er zijn drie niveaus, een kazerne voor 1200 soldaten, een 5 km ondergronds galerijenstelsel en 17 gevechtsbunkers.
De spectaculaire en innovatieve aanval op het fort op 10 mei 1940 door een Duitse elite-eenheid van paratroepers, was het tragische begin van Wereldoorlog II voor West-Europa.
De praktijk toonde dat de hoge Belgische verwachtingen van het fort onterecht waren.

Op 10 mei 1940 slaagden 86 Duitse Fallschirmjäger erin door verrassing, snelheid en innovatieve militaire technieken (gebruik van zweefvliegtuigen en toepassing van een nieuw wapen: de holle lading) om in een "dode hoek" (namelijk boven op het fort) te landen en het geschut van het fort in vijftien minuten uit te schakelen.
Na anderhalve dag belegering moest het fort capituleren..

Op de foto rechts onderaan: de holle lading bom.


https://nl.wikipedia.org/wiki/Fort_Eben-Emael
Het bezoek voldeed aan de verwachtingen, ook al was niet alles te bezichtigen verbleven we toch meer dan twee uur in en rond het fort.

Het avond eten nuttigden we op het AMA-fest / Alternative Music for Animals in Genk, een vegan beurs / muziekfestival ten voordele van Animal Rights waar we een uurtje verbleven en de buik vulden met enkele lekkere snacks.
De concerten konden (onterecht) door het corona gedoe niet plaats vinden zodat het een gewone vegan happening was met kraampjes en eet standjes
En toch zouden we deze avond nog een concert beleven.
D
irk Serries die ik reeds een half leven ken én volg gaf een uniek ambient concert voor de intimi in een loods in Stramproy, even over de grens met Nederland.

Voor het zover was hadden we nog even tijd om ons op te frissen in B & B De Vliegende Vlinder in Nederweert waar we overnachten.
Gerund door een kunstenares die het huis kocht om haar kunst tentoon te stellen, het is dan ook één grote kunstgalerij tot op de slaapkamer
.
Na het concert sloten we de dag af met een lekker gekoeld flesje witte wijn, gekocht bij Biobron op de vegan beurs en de laatste afl. van Outlander.

Het was een mooie dag geweest en het werd alsmaar warmer, en ik die dacht dat we aan het eind van de zomer waren...

De volgende dag werd het heel warm, 30°C en dus een ideale dag om ondergronds te gaan.
Dat deden we in de grotten van het mergeldorp Kanne, een deelgemeente van Riemst dat ligt aan de Belgisch-Nederlandse grens en bij de rivier de Jeker en wordt in tweeën gespleten door het Albertkanaal.
We parkeerden ons onder de brug waar we tevens konden opladen, handig want zo moesten we minder opladen in Bocholt waar we deze avond gingen eten.

Reeds voor de Romeinse Tijd werd in deze regio reeds mergel ontgonnen voor bemesting van landbouwgronden.
Rondom de 14e eeuw kwam de ondergrondse mergelwinning op gang om te gebruiken als bouwsteen.
Zo ontstonden er te Kanne kilometers aan ondergrondse gangenstelsels
.
Mergel is eigenlijk een zachte kalksteensoort.
Tevens zijn het ook geen natuurlijke grotten maar door de mens gegraven groeves.
Een juistere benaming is dus kalksteengroeve
.

Die kalksteen is ongeveer 70 miljoen jaar geleden afgezet op de bodem van een ondiepe subtropische zee, de Krijtzee.
In die Krijtzee leefden ontelbare dierlijke levensvormen, veelal opgebouwd uit een kalkskelet.
Na hun dood zakten ze naar de bodem en vormden met hun kalkskelet, laagje op laagje, een tientallen meters dik sediment dat kalksteen of mergel wordt genoemd.
De mergelgroeve van Kanne is een van de mooiste en origineelste kalksteengroeven waar die bouwsteen ondergronds gewonnen is.
Het totale gangenstelsel bedraagt maar liefst 16 kilometer.
Al deze gangen zijn met eenvoudige gereedschappen als zaag, houweel en beitel door de blokbrekers uitgezaagd en gebroken voor de winning van bouwsteen.

 
Zo ontstond een ondergronds landschap met hoge gangen, plaatselijk meer dan 8 meter

De sporen van de voormalige blokbrekers, zoals werkfronten en opschriften, zijn nog ruimschoots aanwezig.
De temperatuur in de grotten bedraagt continue 11°C en biedt voor duizenden vleermuizen een overwinteringsplaats.
De constante temperatuur en hoge luchtvochtigheid lenen zich uitstekend voor de teelt van champignons maar ook om bier en wijnen te laten rijpen.



Dat was ook brouwer Pierre Celis niet ontgaan en hij ontwikkelde rond de eeuw-wisseling het Grottenbier.
Het bier werd gebrouwen te Watou, maar de nagisting op de fles gebeurde in de mergelgrotten van Kanne.
De constante temperatuur en het unieke klimaat zorgden voor een goede smaakontwikkeling met een unieke toets.
Tijdens de rondleiding kregen we de kans om grottenbier te proeven, we hadden een uitstekende gids en kregen een extra glas.


Het was voor de tijd van het jaar drukkend warm en we reden na dit bezoek direct door naar de B & B in Bocholt.
Meer dan op restaurant gaan en wat chillen op de kamer of in de tuin gingen we niet doen
.
Dageraad B & B is gelegen in Bocholt in een prachtig landelijk pand..
Het was onze laatste overnachting en we wilden in schoonheid eindigen.

Na even te rusten op de kamer (we kregen "kuiken" toegewezen), reden we door naar het centrum van Bocholt waar we eerst de auto aan de laadpaal hingen.
Morgen was een rit van 235 KM voorzien dus ik wou dat hij vol geladen was.

3.5u oplaadtijd wees het dashboard aan, dat moet lukken om die tijd te overbruggen met een korte wandeling langs het kanaal en erna te gaan eten.
Op ons pad troffen we een "weerstation" aan en een kunstproject waar de ambachten van de streek werden verbeeld.


 
Erna gingen we dineren bij Zus en Zo.
Daar staan meerdere plantaardige gerechten op de kaart.

Dit restaurant bleek een uitstekende keuze te zijn, van apero tot en met het heerlijke dessert (met zelfgemaakt vegan ijs).
https://www.zusenzorestaurant.be/ 


 
Dit was echt genieten en een volwaardige bijna-afsluiter van de reis, morgen was niet meer voorzien dan "op een zo aangename mogelijke manier thuis raken".
Met een volle buik en dito batterij reden we terug naar de B & B Dageraad.

Na een goede nachtrust waren we klaar voor de terugreis, eerst het lekkere ontbijt naar binnen werken.
Hier staat iemand in de keuken die thuis is in de vegan keuken, mijn eigen scrambled tofu is lekker maar deze was nog beter, zeker met die pikante worst erbij, en dan die zelfgemaakte "tonyn"salade en de pecan ontbjtkoeken...en al de rest die ik niet vermeld, niet alles staat zelfs op de foto's...het beste ontbijt van de reis!


Ik was nieuwsgierig en kwam te weten dat de dochter des huizes vegan is en verantwoordelijk is voor de heerlijke gerechten.
Hier komen we zeker terug! EVA-leden hebben er 10% korting
.
https://www.evavzw.be/nieuws/citytrip-vegan-eigen-land 
https://www.dageraadbb.com/

Na het zéér geslaagde bezoek aan Bocholt stond enkel nog de terugtocht op het programma, maar de dag was jong en bloedheet, zeker voor midden september.
Met temperaturen boven de 30°C gingen we de dag afsluiten aan zee.
Van Limburg naar Zeeland in één ruk ging niet zonder een oplaadbeurt tussenin, dus in het stadje Hulst vonden we een nodige verfrissing in de vorm van een fris streekbier terwijl de auto bij laadde, alleen jammer van dat uur file op die ellendige Antwerpse ring...
Gelukkig worden de autoritten aangenamer met muziekjes van Penguin Café Orchestra, Dusty Springfield, Nick Drake, Serge Gainsbourg, Nino Ferrer, Ansatz Der Machine, Brian Eno, Boards of Canada en honderden andere sfeermakers.

We hadden toch nog een paar uur aan zee tot de zon erin onderging.


In Maldegem passeerden we in de late avond een pizzeria die nog open was.
We kwamen op heel wat publieke plaatsen zoals musea, forten en kastelen waar  geen mens te zien was, ook in deze pizzeria waren we helemaal alleen...
Geen wijn of bier verkrijgbaar, wellicht geen drankvergunning dus het werd een cola met een pizza zonder kaas, meteen ook onze laatste halte van een bijzondere rondrit.

Jacky De Reviere

25/09/2020

woensdag 23 september 2020

Haspengouw - Ardennen - Eifel, Moezel & Rijn - Limburg: September 2020

Deel 4: Langs de Rijn.

Het was een mooie autorit tussen Zeltingen aan de Moezel en het Rijnland. Rond 14u staken we in Bingen am Rhein de bekende rivier over met de veerboot, Hildegard was niet thuis en baat nu een apotheek uit aan de overkant in Rüdesheim am Rhein. 😀

Aangekomen in dit stadje was het eerste wat we deden een terrasje aandoen, het werd dag na dag warmer, een hiitgolf stond voor de deur en we zijn half september... een glas koele Rijnwijn smaakte ons.


Erna checkten we in bij Ringhotel Central.
Het was niet gevraagd maar we hadden de enige kamer met een privétuin, landschildpadden inbegrepen!
De auto ging de garage in, we konden er opladen, een volledige oplaadbeurt kost gemiddeld 4€ maar we geven altijd wat extra voor de service.
We gingen het die dag rustig houden, gewoon wat chillen in de tuin, wat schrijven, foto's selecteren, lezen en een paar biertjes drinken, geen Duitse pils maar een paar Belgische kleppers uit mijn voorraad die ik steeds mee heb in de auto, een Smart heeft verbazend veel bagageruimte!
We plannen de activiteiten en bezienswaardigheden niet op voorhand, hoogstens de dag ervoor.
We bekeken bij het nuttigen van een frisse Ardense tripel wat we morgen in dit stadje zouden bekijken.

18:30u, tijd om te dineren, ook hier was het lekker eten, er stonden wel twee kleine plantaardige gerechten op de kaart (waaronder een onwaarschijnlijke lekkere currysoep) maar geen hoofdgerecht.
De chef kwam aan tafel vragen wat kon en het resultaat was een lekkere risotto, een heerlijke aangepaste ratatouille en gebakken aardappelen, geen ingewikkelde keuken maar lekker en eenvoudig.
De wijn was top!


Het is zeker geen cliché dat de Duitse keuken niet veel meer is dan worsten en schnitzels maar als je wat rond kijkt zijn er pareltjes te ontdekken.
Na het ontbijt, het afscheid nemen van de schildpadden en het uitchecken, mocht de auto in de garage van het Ringhotel blijven staan.


Dat kwam goed uit want we gingen met de kabellift naar het Niederwald, gelegen boven de wijngaarden.



Onderweg heb je een prachtig uitzicht over het oude centrum en de omgeving rond Rüdesheim en Bingen en zie je de Rijn met zijn groene eilandjes.
Dat maakt van het rustige zweven boven de wijngaarden een bijzondere belevenis.
De tocht voert je naar het Niederwalddenkmal, een groot en complex 19e-eeuws standbeeld gelegen bovenaan een majestueuze trap.
Het monument herdenkt de totstandkoming van het Duitse Rijk direct na de Frans-Duitse oorlog
.
Het enorme standbeeld van 38 meter hoog, dat in 1871 werd gebouwd, wordt ook vaak Germania genoemd, de naam van de vrouwelijke figuur waar de Duitsers zich mee vereenzelvigen.
Zij houdt in het centrale deel het rijkszwaard in haar ene hand en de keizerskroon in haar andere hand.
Het is zowat het Duitse vrijheidsbeeld en is een druk bezochte toeristische attractie, wij waren er in de ochtend en het was nog niet zo druk.


Het werd me wat zwart-wit voor de ogen wanneer plots vanuit verschillende plaatsen in het Rijndal het luchtalarm afging toen er plots een zeppelin boven de Rijn vaarde!


Geen idee wat er gaande was, na het afdalen was in elk geval alles peis en vree in de Drosselgasse, een straatje van slechts twee meter breed dat teruggaat tot de 15e eeuw.
Tegenwoordig zijn er vooral wijnbars en souvenir winkels gevestigd maar vroeger was het een schipperswijk waar de Rijnvaarders woonden.
We dronken er een glaasje nieuwe wijn dat smaakte naar druivensap dat een tijdje in de zon had gestaan, het was gelukkig fris.


Als je Rüdesheim bezoekt, stap dan eens binnen bij Käthe Wohlfahrt, het is er het hele jaar door Kerstmis!
Dit moet je eens gezien hebben, tenzij je een afkeer hebt voor Kerst. 😉
Buiten was het hoogzomer maar hier hing een gezellig wintersfeertje.
Foto's maken mocht niet in de winkel.
Hier enkel degelijke tijdloze spullen, vooral uit glas en hout, heel wat anders dan de plastic rommel dat binnenkort de rekken van de warenhuizen terug zal vullen. De spullen hier hebben wel een vet prijskaartje...
https://www.kaethe-wohlfahrt.com/kaethe-wohlfahrt-ruedesheim

Voordat we verder de Rijn afreden bezochten we het Foltermuseum.
Het richt zich vooral op de gruwelijke praktijken van de inquisitie tijdens de Middeleeuwen.

http://www.foltermuseum.com/index_us.html
Blijf er weg met jonge kinderen en gevoelige personen, een sterke maag is aanbevolen.
We leerden er alles over de folterpraktijken tijdens de Inquisitie, de rechtbank van de Katholieke Kerk tussen de 13e en 18e eeuw.
Zo leerden we o.a. hoe je een kettervork, rektafel, Judaswieg, knieënsplijter, de inquisitie stoel en een hangende kooi moesten gebruiken...

Op de inquisitie stoel zat men naakt op de scherpe metalen pinnen, om de pijn heviger te maken werd met de stoel geschud. De mensheid op zijn slechtst.

Enkele foltertuigen in het museum met wat duiding.

Hieronder waterboarding en de kettervork.
Waterboarding is het gevoel krijgen dat je verdrinkt. Het is een verhoortechniek waarbij je wordt vastgebonden en een natte doek over je gezicht krijgt gelegd. Hier wordt telkens water over uitgegoten en daardoor krijg je het gevoel dat je verdrinkt.
De kettervork is een ontwerp van de Spanjaarden om afvalligen in de kerk te houden. Tijdens de inquisitie werd de vork met een band rond de nek gebonden. Slachtoffers werden net zo lang vastgebonden tot ze bekenden.
Omdat slapen onmogelijk is duurde dat zelden langer dan een paar dagen en daarom behoort de kettervork zeker tot de gruwelijkste martelmethoden.


Een ander gruwelijk tuig is de Judaswieg, een vorm van spietsen.
De vagina of het rectum van het slachtoffer wordt via een buikriem en windsels boven een metalen spies gehangen.
Door het lossen en/of laten zakken van de touwen schuift zij/hij vervolgens langzaam over de paal. Op die manier kon het spietsen natuurlijk extreem lang duren.


De Pijnbank is een klassieker in het folterarsenaal en was bedoeld om van verdachten een bekentenis los te krijgen. 
De verdachte werd op de pijnbank gelegd en vastgebonden zodat de beulen en de ondervragers alles konden doen met het slachtoffer.
Zo werd er met toortsen, geseling, tangen of met de waterproef gefolterd. 
De pijnbank was ook een soort rekbank, waar de veroordeelde werd uitgerekt met behulp van touwen of kettingen aan het draairad.
Later werden de pijnbanken wat geraffineerder gemaakt zodat iemands gewrichten konden worden ontzet. 
Na het midden van de 18e eeuw werden deze manier van verhoren niet zo veel meer toegepast. 
De uitdrukking ‘Iemand op de pijnbank leggen’ wordt vandaag de dag nog steeds gebruikt. 
Dit om een strenge ondervragingsmethode aan te duiden.
Rechtsonder: de Halsschroef, die werd langs achter met iedere draai aan de hendel meer en meer dicht geschroefd...
 

Spietsen is een heel oude techniek en dwingt het slachtoffer om neer te zitten op het scherpe uiteinde van een paal.
Vervolgens glijdt hij traag naar beneden.
Onderweg worden de ingewanden verscheurd, tot de spies aan de andere kant het lichaam weer verlaat.

Afhankelijk van welke delen geraakt worden, sterft het slachtoffer vroeger of later.
Soms kon men zo tot drie dagen lang gespietst worden.

Het Halveren werd gezien als een zeer effectieve en ook nog eens goedkope manier van foltering.
Het slachtoffer wordt hier gekneveld en ondersteboven gehangen, zodat het bloed naar het brein trekt en het lichaam heel traag leegbloed
Meestal werden middeleeuwse slachtoffers dan (slechts) open gezaagd tussen kruis en buik
Om het proces te versnellen, of om een extreem gruwelijk statement te maken, kon het ook gebeuren dat een slachtoffer helemaal in twee gezaagd werd, vanaf het kruis.

Tot slot de Hangende Kooi, hierin werd men opgesloten en aan een gebouw gehangen tot men stierf van ontbering of half levend werd opgegeten door vogels en ratten.


Ik had nood aan een fris glas bier of wijn om deze museumervaring door te spoelen, dat gingen we doen ergens op een terras in een rustig dorpje langs de Rijn.
Als je de rivier volgt richting Koblenz duikt er na iedere bocht wel een kasteel op.
Ik fotografeerde er enkele zoals Rheinstein, het midden in de Rijn gevestigde Burg Pfalzgrafenstein en Burg Gutenfels in Kaub.
Burg Pfalzgrafenstein is een kasteel op het eiland Falkenau in de Rijn, ook bekend als het eiland Pfalz.
Het kasteel werd vanaf het begin van de 14e eeuw gebruikt om tollen te heffen op de Rijn, een lucratieve bezigheid voor de paltsgraven.
De donjon, een vijfhoekige toren met de punt stroomopwaarts, werd gebouwd van 1326 tot 1327 door Keizer Lodewijk de Beier.
Rond de toren werd van 1338 tot 1340 een hexagonale muur gebouwd.
Verdere uitbreidingen volgden in 1607 en 1755, waaronder de zijtorentjes en de koepel, toevoegingen uit de Renaissance en de Barok.
In 1866 viel het kasteel in handen van Pruisen en de tolheffing stopte in 1867. 
Sindsdien werd het gebruikt als signaaltoren voor scheepsverkeer. 
In 1946 kwam het onder het beheer van de deelstaat Rijnland-Palts.

Burg Pfalzgrafenstein
In café Rheingold aan de Loreley, een rots waar zogezegd een legende aan verbonden is dronken we, nu we daar toch zaten, een frisse fles Loreley wijn.
Op de parkeerplaats staat een mooi kunstwerk van de Loreley nimf gemaakt uit een boom.

Aan die bekende rots is de Rijn het smalst en het diepst.
Dat Loreley verhaal is echter geen legende, het is echt waar!
Er woonden ooit nimfen rond de Rijn.
Toen de mensen de oevers begonnen te bevolken werden ze verjaagd.
Slechts één nimf bleef achter, zij kon geen afscheid nemen van de Rijn en vestigde zich op de hoge rots, vanwaar zij zicht had over de hele rivier.
Met haar prachtige, treurige zang, haar schoonheid en haar lange, gouden haren wist zij de schippers te betoveren.
Die verloren de aandacht voor hun schepen en door de sterke stroom liepen ze lek op de rotsen, velen verloren hierbij het leven...

We wandelden nog even naar het standbeeld van de nimf, de gevels aan de overkant van de Rijn deden me denken aan de veelkleurige gevels zoals ze te zien zijn in het Schotse Tobermory.

We reden door naar Koblenz, gewoon om te overnachten, de auto wat bij te laden en een hap te eten.
Dat opladen deden we op kosten van een Duitse bank, tijdens de kantooruren weliswaar maar lang moesten we niet opladen en het was voldoende dat hij in de voormiddag stroom kreeg.
In het Thais restaurant
Thai Thai om de hoek aten we heel lekker en spotgoedkoop.

Na het uitchecken kochten we wat fruit voor onderweg en aten we een lekkere wrap bij Veganland .
We kochten er meteen ook ons avondeten want we gingen eten in de tuin van de B&B aan de Rursee waar we overnachten
.
Iets na de middag verlieten we Koblenz en reden door naar Heimbach in het noorden van de Eifel waar we B & B Eifelblümchen hadden geboekt.


Na het inchecken reden we naar de Rursee, een groot stuwmeer (meer = see in het Duits).
De Rursee is één van de grootste stuwmeren (meer dan 200 miljoen m3 water) van Duitsland en is omgeven door beboste heuvels.
De Rursee is in het begin van de 20e eeuw ontstaan.
Vroeger waren op deze plek bossen, weilanden en landbouwgrond maar ook dorpjes.
Doordat er vaak overstromingen optraden is er begin 1900 besloten een stuwmeer aan te leggen om deze overstromingen tegen te gaan.
Zo is de Rursee ontstaan.

Wij wilden wel een rondvaart maken op de Rursee, het was er heerlijk rustig, en we zagen dat de boot klaar lag.
Helaas vaarde de laatste boot in het laagseizoen de laatste keer uit om 15u en het was 15:45u...


Dan maar een spelletje scrabble gespeeld op een rotssteen, met een wijntje en zicht op de Rursee.
De avondzon zorgde voor een mooie avond, de laatste in Duitsland.
Erna een koel flesje Rijnwijn in de ligzetels van de tuin in de B & B terwijl we planden wat we de dag erna gingen doen.

 

Jacky De Reviere
23/09/2020