woensdag 23 september 2020

Haspengouw - Ardennen - Eifel, Moezel & Rijn - Limburg: September 2020

Deel 4: Langs de Rijn.

Het was een mooie autorit tussen Zeltingen aan de Moezel en het Rijnland. Rond 14u staken we in Bingen am Rhein de bekende rivier over met de veerboot, Hildegard was niet thuis en baat nu een apotheek uit aan de overkant in Rüdesheim am Rhein. 😀

Aangekomen in dit stadje was het eerste wat we deden een terrasje aandoen, het werd dag na dag warmer, een hiitgolf stond voor de deur en we zijn half september... een glas koele Rijnwijn smaakte ons.


Erna checkten we in bij Ringhotel Central.
Het was niet gevraagd maar we hadden de enige kamer met een privétuin, landschildpadden inbegrepen!
De auto ging de garage in, we konden er opladen, een volledige oplaadbeurt kost gemiddeld 4€ maar we geven altijd wat extra voor de service.
We gingen het die dag rustig houden, gewoon wat chillen in de tuin, wat schrijven, foto's selecteren, lezen en een paar biertjes drinken, geen Duitse pils maar een paar Belgische kleppers uit mijn voorraad die ik steeds mee heb in de auto, een Smart heeft verbazend veel bagageruimte!
We plannen de activiteiten en bezienswaardigheden niet op voorhand, hoogstens de dag ervoor.
We bekeken bij het nuttigen van een frisse Ardense tripel wat we morgen in dit stadje zouden bekijken.

18:30u, tijd om te dineren, ook hier was het lekker eten, er stonden wel twee kleine plantaardige gerechten op de kaart (waaronder een onwaarschijnlijke lekkere currysoep) maar geen hoofdgerecht.
De chef kwam aan tafel vragen wat kon en het resultaat was een lekkere risotto, een heerlijke aangepaste ratatouille en gebakken aardappelen, geen ingewikkelde keuken maar lekker en eenvoudig.
De wijn was top!


Het is zeker geen cliché dat de Duitse keuken niet veel meer is dan worsten en schnitzels maar als je wat rond kijkt zijn er pareltjes te ontdekken.
Na het ontbijt, het afscheid nemen van de schildpadden en het uitchecken, mocht de auto in de garage van het Ringhotel blijven staan.


Dat kwam goed uit want we gingen met de kabellift naar het Niederwald, gelegen boven de wijngaarden.



Onderweg heb je een prachtig uitzicht over het oude centrum en de omgeving rond Rüdesheim en Bingen en zie je de Rijn met zijn groene eilandjes.
Dat maakt van het rustige zweven boven de wijngaarden een bijzondere belevenis.
De tocht voert je naar het Niederwalddenkmal, een groot en complex 19e-eeuws standbeeld gelegen bovenaan een majestueuze trap.
Het monument herdenkt de totstandkoming van het Duitse Rijk direct na de Frans-Duitse oorlog
.
Het enorme standbeeld van 38 meter hoog, dat in 1871 werd gebouwd, wordt ook vaak Germania genoemd, de naam van de vrouwelijke figuur waar de Duitsers zich mee vereenzelvigen.
Zij houdt in het centrale deel het rijkszwaard in haar ene hand en de keizerskroon in haar andere hand.
Het is zowat het Duitse vrijheidsbeeld en is een druk bezochte toeristische attractie, wij waren er in de ochtend en het was nog niet zo druk.


Het werd me wat zwart-wit voor de ogen wanneer plots vanuit verschillende plaatsen in het Rijndal het luchtalarm afging toen er plots een zeppelin boven de Rijn vaarde!


Geen idee wat er gaande was, na het afdalen was in elk geval alles peis en vree in de Drosselgasse, een straatje van slechts twee meter breed dat teruggaat tot de 15e eeuw.
Tegenwoordig zijn er vooral wijnbars en souvenir winkels gevestigd maar vroeger was het een schipperswijk waar de Rijnvaarders woonden.
We dronken er een glaasje nieuwe wijn dat smaakte naar druivensap dat een tijdje in de zon had gestaan, het was gelukkig fris.


Als je Rüdesheim bezoekt, stap dan eens binnen bij Käthe Wohlfahrt, het is er het hele jaar door Kerstmis!
Dit moet je eens gezien hebben, tenzij je een afkeer hebt voor Kerst. 😉
Buiten was het hoogzomer maar hier hing een gezellig wintersfeertje.
Foto's maken mocht niet in de winkel.
Hier enkel degelijke tijdloze spullen, vooral uit glas en hout, heel wat anders dan de plastic rommel dat binnenkort de rekken van de warenhuizen terug zal vullen. De spullen hier hebben wel een vet prijskaartje...
https://www.kaethe-wohlfahrt.com/kaethe-wohlfahrt-ruedesheim

Voordat we verder de Rijn afreden bezochten we het Foltermuseum.
Het richt zich vooral op de gruwelijke praktijken van de inquisitie tijdens de Middeleeuwen.

http://www.foltermuseum.com/index_us.html
Blijf er weg met jonge kinderen en gevoelige personen, een sterke maag is aanbevolen.
We leerden er alles over de folterpraktijken tijdens de Inquisitie, de rechtbank van de Katholieke Kerk tussen de 13e en 18e eeuw.
Zo leerden we o.a. hoe je een kettervork, rektafel, Judaswieg, knieënsplijter, de inquisitie stoel en een hangende kooi moesten gebruiken...

Op de inquisitie stoel zat men naakt op de scherpe metalen pinnen, om de pijn heviger te maken werd met de stoel geschud. De mensheid op zijn slechtst.

Enkele foltertuigen in het museum met wat duiding.

Hieronder waterboarding en de kettervork.
Waterboarding is het gevoel krijgen dat je verdrinkt. Het is een verhoortechniek waarbij je wordt vastgebonden en een natte doek over je gezicht krijgt gelegd. Hier wordt telkens water over uitgegoten en daardoor krijg je het gevoel dat je verdrinkt.
De kettervork is een ontwerp van de Spanjaarden om afvalligen in de kerk te houden. Tijdens de inquisitie werd de vork met een band rond de nek gebonden. Slachtoffers werden net zo lang vastgebonden tot ze bekenden.
Omdat slapen onmogelijk is duurde dat zelden langer dan een paar dagen en daarom behoort de kettervork zeker tot de gruwelijkste martelmethoden.


Een ander gruwelijk tuig is de Judaswieg, een vorm van spietsen.
De vagina of het rectum van het slachtoffer wordt via een buikriem en windsels boven een metalen spies gehangen.
Door het lossen en/of laten zakken van de touwen schuift zij/hij vervolgens langzaam over de paal. Op die manier kon het spietsen natuurlijk extreem lang duren.


De Pijnbank is een klassieker in het folterarsenaal en was bedoeld om van verdachten een bekentenis los te krijgen. 
De verdachte werd op de pijnbank gelegd en vastgebonden zodat de beulen en de ondervragers alles konden doen met het slachtoffer.
Zo werd er met toortsen, geseling, tangen of met de waterproef gefolterd. 
De pijnbank was ook een soort rekbank, waar de veroordeelde werd uitgerekt met behulp van touwen of kettingen aan het draairad.
Later werden de pijnbanken wat geraffineerder gemaakt zodat iemands gewrichten konden worden ontzet. 
Na het midden van de 18e eeuw werden deze manier van verhoren niet zo veel meer toegepast. 
De uitdrukking ‘Iemand op de pijnbank leggen’ wordt vandaag de dag nog steeds gebruikt. 
Dit om een strenge ondervragingsmethode aan te duiden.
Rechtsonder: de Halsschroef, die werd langs achter met iedere draai aan de hendel meer en meer dicht geschroefd...
 

Spietsen is een heel oude techniek en dwingt het slachtoffer om neer te zitten op het scherpe uiteinde van een paal.
Vervolgens glijdt hij traag naar beneden.
Onderweg worden de ingewanden verscheurd, tot de spies aan de andere kant het lichaam weer verlaat.

Afhankelijk van welke delen geraakt worden, sterft het slachtoffer vroeger of later.
Soms kon men zo tot drie dagen lang gespietst worden.

Het Halveren werd gezien als een zeer effectieve en ook nog eens goedkope manier van foltering.
Het slachtoffer wordt hier gekneveld en ondersteboven gehangen, zodat het bloed naar het brein trekt en het lichaam heel traag leegbloed
Meestal werden middeleeuwse slachtoffers dan (slechts) open gezaagd tussen kruis en buik
Om het proces te versnellen, of om een extreem gruwelijk statement te maken, kon het ook gebeuren dat een slachtoffer helemaal in twee gezaagd werd, vanaf het kruis.

Tot slot de Hangende Kooi, hierin werd men opgesloten en aan een gebouw gehangen tot men stierf van ontbering of half levend werd opgegeten door vogels en ratten.


Ik had nood aan een fris glas bier of wijn om deze museumervaring door te spoelen, dat gingen we doen ergens op een terras in een rustig dorpje langs de Rijn.
Als je de rivier volgt richting Koblenz duikt er na iedere bocht wel een kasteel op.
Ik fotografeerde er enkele zoals Rheinstein, het midden in de Rijn gevestigde Burg Pfalzgrafenstein en Burg Gutenfels in Kaub.
Burg Pfalzgrafenstein is een kasteel op het eiland Falkenau in de Rijn, ook bekend als het eiland Pfalz.
Het kasteel werd vanaf het begin van de 14e eeuw gebruikt om tollen te heffen op de Rijn, een lucratieve bezigheid voor de paltsgraven.
De donjon, een vijfhoekige toren met de punt stroomopwaarts, werd gebouwd van 1326 tot 1327 door Keizer Lodewijk de Beier.
Rond de toren werd van 1338 tot 1340 een hexagonale muur gebouwd.
Verdere uitbreidingen volgden in 1607 en 1755, waaronder de zijtorentjes en de koepel, toevoegingen uit de Renaissance en de Barok.
In 1866 viel het kasteel in handen van Pruisen en de tolheffing stopte in 1867. 
Sindsdien werd het gebruikt als signaaltoren voor scheepsverkeer. 
In 1946 kwam het onder het beheer van de deelstaat Rijnland-Palts.

Burg Pfalzgrafenstein
In café Rheingold aan de Loreley, een rots waar zogezegd een legende aan verbonden is dronken we, nu we daar toch zaten, een frisse fles Loreley wijn.
Op de parkeerplaats staat een mooi kunstwerk van de Loreley nimf gemaakt uit een boom.

Aan die bekende rots is de Rijn het smalst en het diepst.
Dat Loreley verhaal is echter geen legende, het is echt waar!
Er woonden ooit nimfen rond de Rijn.
Toen de mensen de oevers begonnen te bevolken werden ze verjaagd.
Slechts één nimf bleef achter, zij kon geen afscheid nemen van de Rijn en vestigde zich op de hoge rots, vanwaar zij zicht had over de hele rivier.
Met haar prachtige, treurige zang, haar schoonheid en haar lange, gouden haren wist zij de schippers te betoveren.
Die verloren de aandacht voor hun schepen en door de sterke stroom liepen ze lek op de rotsen, velen verloren hierbij het leven...

We wandelden nog even naar het standbeeld van de nimf, de gevels aan de overkant van de Rijn deden me denken aan de veelkleurige gevels zoals ze te zien zijn in het Schotse Tobermory.

We reden door naar Koblenz, gewoon om te overnachten, de auto wat bij te laden en een hap te eten.
Dat opladen deden we op kosten van een Duitse bank, tijdens de kantooruren weliswaar maar lang moesten we niet opladen en het was voldoende dat hij in de voormiddag stroom kreeg.
In het Thais restaurant
Thai Thai om de hoek aten we heel lekker en spotgoedkoop.

Na het uitchecken kochten we wat fruit voor onderweg en aten we een lekkere wrap bij Veganland .
We kochten er meteen ook ons avondeten want we gingen eten in de tuin van de B&B aan de Rursee waar we overnachten
.
Iets na de middag verlieten we Koblenz en reden door naar Heimbach in het noorden van de Eifel waar we B & B Eifelblümchen hadden geboekt.


Na het inchecken reden we naar de Rursee, een groot stuwmeer (meer = see in het Duits).
De Rursee is één van de grootste stuwmeren (meer dan 200 miljoen m3 water) van Duitsland en is omgeven door beboste heuvels.
De Rursee is in het begin van de 20e eeuw ontstaan.
Vroeger waren op deze plek bossen, weilanden en landbouwgrond maar ook dorpjes.
Doordat er vaak overstromingen optraden is er begin 1900 besloten een stuwmeer aan te leggen om deze overstromingen tegen te gaan.
Zo is de Rursee ontstaan.

Wij wilden wel een rondvaart maken op de Rursee, het was er heerlijk rustig, en we zagen dat de boot klaar lag.
Helaas vaarde de laatste boot in het laagseizoen de laatste keer uit om 15u en het was 15:45u...


Dan maar een spelletje scrabble gespeeld op een rotssteen, met een wijntje en zicht op de Rursee.
De avondzon zorgde voor een mooie avond, de laatste in Duitsland.
Erna een koel flesje Rijnwijn in de ligzetels van de tuin in de B & B terwijl we planden wat we de dag erna gingen doen.

 

Jacky De Reviere
23/09/2020

Geen opmerkingen:

Een reactie posten