vrijdag 8 juni 2018

Engeland - Schotland 2018: Day 10

Day 10: The Isle of Iona, Loch Scridain and a gas station in sepia
 
We besloten om een nacht bij te boeken in de Ivybank B & B, we waren nog niet klaar in Mull.

Het is een heel vriendelijke en behulpzame gastvrouw en bovendien is het ontbijt lekker met inclusief een hoop vers fruit.
Bovendien is Tobermory een uitstekende uitvalsbasis om het eiland te verkennen.

Deze ochtend hadden we aan de ontbijttafel het gezelschap van een sympathieke rondtrekkende Duitse motard.
Wanneer je dit leest beste man: Sichere reise zurück!
Vandaag hadden we het plan om naar de zuidwest punt van Mull te  rijden om de ferry te nemen voor een bezoekje aan Iona.
Na wat inkopen te doen in de plaatselijke supermarkt gingen we op pad.
We hadden hier al op enkele plaatsen Schotse Hooglanders gezien, langharig tuig met horens.
Deze keer kwamen de prachtbeesten vrijwillig poseren. 
Meestal hebben ze een roodbruine vacht die heel dik is waardoor ze het jaar rond buiten kunnen verblijven.

Het MacQuarie Mausoleum lag op onze route dus stopten we er even.
Hier ligt Lachlan MacQuarie begraven, "de Vader van Australië".
Vanaf 1809 was hij 12 jaar gouverneur van New South Wales, hij volgde er de onpopulaire William Bligh op die je kan kennen als de kapitein van de Bounty.
Langs de oprijweg en rond de begraafplaats staan ook hier veel bloeiende rododendrons.
Deze site wordt vooral bezocht door Australische bezoekers. En nu,tijd voor een hondje! 

Verder op onze weg stond deze uitgediende brug middenin het landschap.
Er zal ooit wel een weg over hebben gelopen.
Wellicht in onbruik geraakt door een bredere brug waar de weg nu over gaat.
Het betreft de oude brug over de Coladoir River, die uitmondt in Loch Scridain.
We verpoosden even op deze fotogenieke plaats.

Even verderop, huizenhoge muren van rododendrons.


Zeeën van madeliefjes, ik zou hier hectoliters madeliefjessoep kunnen maken!


We zetten onze tocht verder langs Loch Scridain.
De auto mocht even later wat rusten en wat staan showen op de rand van een klif.
Het was terug een zonnige en warme dag, maar geen ellendige hittegolf toestanden zoals in het thuisland.
Het weer was ideaal en 24°C was meer dan voldoende, meer dan we hier gewoon zijn.
Een verfrissing vonden we in het houten huisje van Pennyghael Stores, een charmant winkeltje naast het verlaten Kinloch Hotel.

Schotland kleurt in deze tijd van het jaar geel door de Schotse Brem die overal in bloei staat. 


Plots vervaagden alle kleuren en reden we terug in de tijd, alwaar we in de fifties terecht kwamen!
De benzinemeter kwam in het rood te staan, gelukkig was er een benzinestation waar de auto door een bediende werd volgetankt, zo ging dat in die dagen.


Terug in 2018 kwamen de kleuren in volle glorie terug.
We arriveerden in Fionnphort waar de ferry werd genomen naar het eiland Iona.


Het is een korte overzet naar Iona, op hooguit 10 minuten sta je aan de overkant, zij het wel zonder auto, het kleine eiland is enkel voor de bewoners per auto toegankelijk. 


Het eerste wat me opviel bij het aanmeren was het witte strand, het deed me denken aan de stranden van het Buiten-Hebriden eiland Harris.


Vanop Iona begon de kerstening van Schotland en Noord-Engeland.
St. Columba vluchtte in 563 in het gezelschap van 12 volgelingen vanuit Ierland naar dit kleine Hebriden eiland en stichtte er een abdij.
De man zou ook op zijn eentje het monster van Loch Ness hebben getemd, ik denk vooral dat sindsdien geloven in monsters niet meer toegestaan werd...
https://nl.wikipedia.org/wiki/Columba_van_Iona 
De man was "gene gewone", koeien en vrouwen werden verboden op het eiland, hij verbande hen naar Eilean nam Ban (Vrouweneiland), een eilandje tussen Mull en Iona met als redenering: Waar koeien zijn, zijn vrouwen en waar er vrouwen zijn is er onheil!
Iona was dan reeds een heilige plaats, een paar decennia eerder had de Ierse missionaris Sint Oran reeds de eerste stappen gezet naar de kerstening.
Wellicht was voor dit eiland gekozen omdat deze plek voor zowel de Schotten als de Picten heilig was.
1455 jaar later is Iona nog steeds een pelgrimsplek.
Ik had vooral zin om iets te eten en dat deden we in The Low Door, er staat duidelijk: Mind your head... en toch hé!
Martine ging er vlot door, ik was blijkbaar een kop te groot en... boenk! 
Het is vooral een souvenirshop maar ik raakte er toch aan een lekkere tas soep.
Iona was na alles wat we al gezien hebben niet echt een topper, naast de religieuze overblijfselen is er niet zoveel te zien.
Tenzij je er zou overnachten en de tijd hebt om langs de westkust te wandelen, die schijnt heel mooi te zijn, maar dit gaat eigenlijk op voor de gehele westkust van Schotland
We bezochten nog een shop waar lokale juwelenmaaksters hun waren aanprezen maar we hielden de geldbeugel toch maar dicht.
Op dit eiland was alles nogal prijzig, het bezoek aan het klooster was ook al niet goedkoop en zeg nu zelf, het is niet eens een ruïne, daar gingen we toch niet voor betalen...


De begraafplaats ernaast was interessant, volgens middeleeuwse bronnen zouden hier 48 Schotse koningen begraven liggen maar dat werd recent in twijfel getrokken.


We bezochten nog de ruïnes van het Augustijnen nonnenklooster, gesticht in 1200 en sinds de verwoestingen en plunderingen tijdens de reformatie in verval geraakt.


Tijdens de plunderingen van de abdij en het nonnenklooster werd de bibliotheek en de meeste kruisen vernietigd.
Links onderaan, één van de drie overgebleven kruisen, het 15e eeuwse MacLean's Cross.


Na het bezoek aan het eiland bracht The Tardis ons terug naar het mainland van Mull.


Het was nog een eind rijden naar Tobermory maar er was nog heel wat moois te zien langs de weg, o.a. dit prachtig herdenkingsmonument ter nagedachtenis van de slachtoffers onder de inwoners van Mull tijdens Wereldoorlog I.


Het was heerlijk rijden langs de oevers van Loch Scridain.


Je dient er wel opvallend te zijn want de pasgeboren lammetjes kennen de wegcode nog niet.


Ook veel groene desolate landschappen die er doorgaans in een mistige en druilerige setting totaal anders uitzien, maar nu was het dus hoogzomer en blaakte alles in het zonnelicht.


Ik kreeg er dorst van en leste die aan een waterval, de gids in Tobermory Distillery had me verzekerd dat je op Mull overal van het wilde water mag drinken.


We passeerden terug de Ben More en kreeg het idee om die morgen te beklimmen, nu was het nogal warm en de omstandigheden te zwaar voor de minder getrainde Martine, morgen zou het iets frisser zijn.


Terug in Tobermory gingen we heel lekker eten in Spice of Mull, een uitstekend Indisch-bangladesh restaurant.
Laat maakten we het niet want morgen was de bergtocht van deze reis gepland en goed uitgerust zijn is een must want het is een stevige wandeling van 20 KM.

 Jacky De Reviere, 30/05/2018

Geen opmerkingen:

Een reactie posten