woensdag 25 september 2019

Cornwall - Wales: Day 14 & 15

Day 14: The Bronze Age Copper Mines of the Great Orme

 

31/08/2019  
Christleton House ligt op wandelafstand van het tramstation, Victoria Station. Daar neem je de tram naar de top van de berg, The Great Orme.
Je kan er op verschillende manieren naartoe, waaronder een kabelbaan maar vanwege de sterke wind lag die stil.
Sinds 1902 kan je met de Great Orme Tramway naar de top van de berg.
De enige kabel getrokken tram van Groot-Brittannië die over de openbare weg rijdt.
Wat wij vandaag dus ook deden, het is een open tram en het waaide stevig.


De kalkstenen berg heeft een geschiedenis dat 300 miljoen jaar terug gaat in de tijd toen die werd gevormd op de bodem van een tropische zee.
Hoewel reeds bewoond in de Steentijd, leefde de nederzetting pas op in de Bronstijd, toen de mensen het malachiet smolten en heel Europa van koper voorzagen.
Het waren de Vikingen die de berg zijn naam gaven die een afleiding is van het Oud-Noorse woord worm of zeeslang, zoals het gevaarte eruitzag in de ogen van zeelieden die het in de dichte mist naderden.
Tegenwoordig groeien er heel wat wilde planten en is het een habitat voor o.a. een kudde wilde geiten maar die gaven niet thuis...

Het waaide er vooral heel hard, je had er wel een vergezicht over de Noordkust en de pieken van Snowdonia.
We namen een kijkje in de souvenirshop waar ze al helemaal in de kerstsfeer waren, tja, het was immers al eind augustus...
Wij kwamen toch in de eerste plaats voor de kopermijnen uit de Bronstijd die zich op de berg bevonden.

Vanaf de top van de Great Orme ziet het landschap er even vredig als opvallend uit, glooiende groene heuvels en landbouwgronden die zich uitstrekken tot aan de blauwe Ierse Zee.
Maar de landtong die boven Llandudno rijst, heeft een geheim dat duizenden jaren begraven lag.
Wij dus terug de tram op, we stapten af aan de prehistorische kopermijnen, toevallig ontdekt toen men een parkeerterrein wou aanleggen.


Meer dan 8 km tunnels lopen er onder het oppervlak van de heuvel, verspreid over negen verschillende niveaus en tot 70 meter diep.


Dit zijn tunnels van een oude kopermijn die 3800 jaar geleden voor het eerst werd uitgegraven en binnen een paar eeuwen de grootste in Groot-Brittannië was.
Sommige zijn zo smal dat alleen kinderen erdoor kunnen. 
Waarschijnlijk schraapten kinderen deze aderen uit terwijl hun ouders in de buurt waren, in die tijd was het normaal dat werken gebeurde in familieverband, kinderarbeid was heel normaal in die tijd.
Bij opgravingen in de jaren 1980 werden 4000 jaar oude botten van dieren gevonden
Meer dan 2500 steenhamers - de grootste met een gewicht van 30 kg - en meer dan 35.000 artefacten van botgereedschap zijn gevonden in de Great Orme.     
Het bleek de Stonehenge van de kopermijnbouw te zijn. 


We namen de tijd om in de souvenirshop de vele stenen en mineralen te bekijken, hier werd geen plastieken rommel aangeboden, maar mooie sieraden en kunstwerkjes.
Na het bekijken van een inleidingsvideo zetten we onze helm op en daalden 18 meter af in de 38 eeuwen oude mijngangen.



Voor mensen die geen last hebben van claustrofobie is dit een fantastische ervaring, je ziet het groene koper in de rotsen zitten.
Tijdens de wandeling door de nauwe ondergrondse gangetjes kregen we een beeld van hoe mensen bijna 4000 jaar geleden met de hulp van eenvoudige hulpmiddelen, zoals scherpe stenen of beenderen, zich een weg baanden door de rotsen op zoek naar koper.
In de 19e eeuw toen er nog mijnbouw werd gepleegd, was men zich bewust van de aanwezigheid van oudere mijnen, tot in de jaren 1970 werd aangenomen dat die van de Romeinse tijd dateerden.


Sindsdien is een deel van de oude mijnen ontdekt, er is echter nog veel dat nog niet aan de oppervlakte is gekomen, wellicht was dit de grootste kopermijn ter wereld.


Dit was een bijzonder bezoek, bij het bovengronds komen scheen de zon en daalden we met de tram verder af naar de stad.
 

Terug beneden aten we een ijsje voordat we verder gingen naar de pier, die bestaat uit één lange rij kleurige victoriaanse herenhuizen, zo moet onze kust er ooit ook hebben uitgezien...


Met 572 meter heeft Llandudno de langste pier van Wales, gelukkig maar want op een kleinere pier zou er voor de vele wandelaars geen plaats zijn. 
De stad is een goed voorbeeld van een typische traditionele Britse badplaats.
Ontstaan in de 6e eeuw rond het door de heilige Tudno gebouwde Llandudno klooster.
Daarmee deed het christendom zijn entree in deze contreien.
Toen de kopermijnen halverwege de 19e eeuw uitgeput raakten vatte een plaatselijke landeigenaar en parlementariër het plan op om een badplaats te bouwen voor welgestelde vakantiegangers.
In 1854 werd met de bouw begonnen en heel snel won de nieuwe badstad aan populariteit, Llandudno was een symbool geworden van het victoriaanse ideaal, bekende gasten vanuit de hele wereld brachten er hun vakantie door.
Tegenwoordig is de stad een stuk minder mondain en is het een vakantieoord met overnachtingsmogelijkheden voor ieders beurs.
De pier straalt toch nog heel wat grandeur uit.


Martine zocht op het strand stenen en de meeuwen waren uiteraard ook van de partij.


De wind waaide minder hard en de mensen genoten in de  zon, kinderen bouwden zandkastelen...
We gingen het rustig aan doen vandaag, en gingen voor het avondeten twee uurtjes chillen in de lounge van de guesthouse waar ik aan deze blog kon verder werken. 
We waren bijna twee weken op pad en ik kon eindelijk het verslag van de eerste dagen publiceren.

Ik wist nu al dat het verslag pas weken later zal klaar zou zijn, niet erg, op die manier creëer je een verlenging van de reiservaring.
Zoals ik gisteren vermeldde hadden we een tafel gereserveerd bij Voltaire in Bangor.
Vanuit Llandudno is dit een half uurtje rijden maar dat was het zeker waard.
Voltaire is volledig veganistisch en het was geen overbodige luxe dat we vooraf reserveerden want het zat vol.

We hadden uitstekende recensies gelezen en de verwachtingen werden gelukkig ingelost.
Na enkele voorafjes koos Martine voor de Voltaire's Supper: French style V-duck in gekarameliseerde sinaasappelsaus met seitan stukjes, dauphinois aardappelen en verse groene bonen.
Ik kon niet kiezen en koos maar dan voor alles onder de noemer, Harbourside Special, een vegan surf & turf schotel vol lekkers, niet alles staat op de foto:


Er was nog plaats voor een dessertje.


Jammer dat we morgen niet meer in de buurt waren, hier willen we terug komen, wie weet ooit...we hebben zeker nog niet alles gezien in Wales.
We komen wel eens terug als het minder waait en het treintje de Snowdon op rijdt.
Het was de laatste overnachting in Christleton House en terug op de kamer boekten we een B & B in Cornwall voor de komende nacht.
The Great Orme, verlicht door schijnwerpers en te zien vanuit onze kamer, waakte over de stad, we hadden een rustige nacht in de victoriaanse slaapkamer.



Day 15: The Bronze Age Copper Mines of the Great Orme

01/09/2019
Vandaag waren we stipt op tijd aan de ontbijttafel, we wilden op tijd aanzetten want we gingen een heel eind afzakken naar het zuiden, deze avond werden we verwacht in Bude, in het noorden van Cornwall.
We hadden een fijn verblijf gehad in Christleton House, de klant is er koning, de uitbater had speciaal een plantaardige ontbijtmenu opgemaakt en het zou zonde zijn dat ik de toast met vegan kaas niet zou geproefd hebben, die was heel lekker en nu wou ik wel eens
weten wat merk dit was want in België is die allicht niet verkrijgbaar.

Voor die informatie beloonde ik hem met een St.Bernardus Abt 12, ik vond dat de man recht had op een lekker biertje!
Na afscheid te nemen van deze sympathieke kerel gingen we op pad.
De stad Cowny hadden we twee dagen geleden doorkruist tijdens de late terugkeer van Holy Island.
De Cowny Walls waren mooi verlicht en we gingen hier later nog terugkomen.
 
En later was dus vandaag, Cowny is een stad met een rijke geschiedenis.

Ook deze stad werd net als Llandudno gebouwd rond een klooster.
De blikvanger is Conwy Castle, sinds 1986 op de werelderfgoedlijst van UNESCO
Het kasteel vormt samen met de stadsmuren een complete ring rond de stad. 
Met 3 stadspoorten en 21 torens behoren ze tot de mooiste van Groot-Brittannië.
Het kasteel had een grote strategische waarde.
Het werd in 1283 gesticht als onderdeel van de verdedigingswerken die koning Eduard I in Wales liet bouwen, de zogenaamde IJzeren Ring, dit was het meest ambitieuze bouwproject van de Middeleeuwen.
 
Conwy Castle was het duurste bouwwerk van de verdedigingsgordel, de bouw kostte ca. £15.000, een astronomisch bedrag in die tijd.

 
Conwy Castle speelde een belangrijke rol in het neerslaan van verschillende conflicten in Wales
Het kasteel werd in 1294 aangevallen door de opstandeling Madog ap Llywelyn, maar hij slaagde er niet in om het kasteel in te nemen. 
Koning Richard II van Engeland verschanste zich in 1399 een tijdje in Conwy
Hendrik IV bracht Richard II in 1400 naar de Tower of Londen en later naar Castle Pontefract in York, waar hij werd vermoord...
Tijdens de Engelse Burgeroorlog in 1642 werd Conwy Castle gebruikt door de troepen die loyaal bleven aan koning Karel I

Zij konden het kasteel tot 1646 in bezit houden, in 1660 werd het ontdaan van al het ijzer, hout en lood en achter gelaten zoals het nu nog steeds is.
Het kasteel kwam in handen van een Nederlandse familie, er werden restauratiewerken uitgevoerd maar het bleef onbewoond, later werd het verkocht aan de staat.
Bij kasteel Conwy ligt een hangbrug, die in 1826 werd ontworpen en gebouwd door Thomas Telford
Toen was het een van de eerste hangbruggen voor verkeer ter wereld, voor de aanleg werden delen van het kasteel gesloopt.


Voor een bezoek aan het kasteel was geen tijd, ik beperkte me tot het maken van enkele foto's aan de buitenkant en we maakten een korte wandeling in de stad.
Britser dan dit konvooi van MINI Cooper kon het niet worden tenzij er eentje zou tussen zitten in de vorm van een scone of theepot.


We passeerden we aan het kleinste huis in Groot-Brittannië, bekend als Quay House, dat tegen de stadsmuren op de kade staat.


Dit huisje werd gebouwd in de 16e eeuw en bestaat uit slechts twee kamertjes en de totale hoogte is 2.75 meter.
De gevel is slechts 1.52 meter breed, de voordeur beslaat een kwart van de gevel.
Je moet bukken om er in te raken, de laatste bewoner en overgrootvader van de huidige verhuurder kon er van mee praten, een boomlange visser van 1.91 meter die niet eens kon recht staan in zijn huis!
Hij mocht er niet blijven wonen van de gemeenteraad die het huis in 1900 ongeschikt verklaarde voor menselijke bewoning.
Van de dame aan de ingang kwam ik te weten dat er voor de visser zelfs een koppel woonde in het huisje.

We reden verder naar het dorpje Holywell, ook wel het Lourdes van Wales genoemd.
Het was zondag en we gingen naar de kerk!
Echter, hier geen massatoerisme en drommen pelgrims. 

Alhoewel dit een bedevaartsoord is waren er geen drommen pelgrims.
De souvenirshop verkocht vooral kaarsen en er speelden melige covers van bekende popsongs...
Alles draait hier om de St.Winefride's Well, een bron waarvan het water heilzaam zou zijn voor gewrichtsaandoeningen, de Romeinen maakten als eersten melding hiervan.
En daarmee verpesten ze volgend verhaal:


Van pijnlijke gewrichten zal de deugdzame Winefride geen last meer hebben gehad nadat ze in 660 werd onthoofd toen ze weigerde in te gaan op de avances van prins Caradoc waarvan blijkbaar niet enkel zijn lontje wat klein was uitgevallen...
Op de plek waar haar hoofd viel ontsprong een bron en toen de heilige Beuno, haar oom, het hoofd naast het lichaam legde, wekte de combinatie van het water en zijn gebeden haar weer tot leven, waarna ze de rest van haar leven doorbracht als abdis van het Gwytherinklooster bij Llanrwst.
Richard I en Hendrik V namen het beschermheerschap op zich en een gestage stroom gelovigen trok naar wat één van de belangrijkste heilige plaatsen van het christendom werd.


Na de Reformatie riskeerden bedevaartgangers de doodstraf en groeide de bron uit tot een brandpunt van het verzet tegen het protestantisme.
Anderhalve eeuw later kwam Jacobus II, de katholieke koning van Engeland, hier bidden voor een zoon en troonopvolger; toen zijn gebeden uiteindelijk werden verhoord, zagen zijn protestantse tegenstanders zich genoodzaakt Willem III van Oranje, zijn schoonzoon, naar Engeland te halen en moest hij al snel een veilig onderkomen zoeken.
In 1500 werd de St.Winefride's Chapel gebouwd rond drie zijden van de bron, de moeder van Hendrik VII financierde de bouw en verdiende daarmee een plekje tussen de afbeeldingen op het waaiergewelf van de crypte.
Hoewel het bedevaartsoord al lang niet meer zo belangrijk is, komen er nog steeds pelgrims, voornamelijk op St.Winefride's Day eind juni, deze zondag was het er rustig. 

Voor de kapel is er een enorm bad gebouwd waar, vooral in de zomer, dagelijks mensen worden ondergedompeld ter genezing van hun kwalen, een rite die ook wel wordt geassocieerd met de Keltische doop door drievoudige onderdompeling, iedereen van welk geloof ook, is er welkom.
Het was nog een uur wachten tot de volgende onderdompeling, we besloten dan maar verder te rijden naar het zuiden van Wales.
Op weg werden we getrakteerd op mooie rustgevende landschappen.


Er staan terecht strenge hoge geldboetes op sluikstorten maar deze foto maakt helaas duidelijk dat er toch nog zijn die er vierkant hun botten aan vegen. 
Toch is mijn algemene ervaring dat het hier meevalt wat zwerfvuil aangaat.
Naast dit en het geval in het Brecon Beacons National Park heb ik geen afval zien liggen.
We waren op weg naar Devil's Bridge, een heel bijzondere brug die ik ken van de allereerste aflevering van de Welshe detectiveserie Y Gwyll, beter bekend als Hinterland.
In de desolate streek waar we door reden zijn heel wat scenes opgenomen, het was bewolkt en er viel al eens een druppel, ideale weersomstandigheden voor een autorit door deze prachtige landschappen.


Rond 15:30u arriveerden we bij Devil's Bridge, een dorpje dat zijn naam ontleende aan zijn bijzondere brug dat de rivier Afon Mynach overspant.
Via een draaihek waar we een £1 muntstuk instopten konden we afdalen naar de rivier, er konden ook langere wandelingen worden gemaakt.
Momenteel bestaat de brug uit drie over elkaar gebouwde aparte bruggen, twee stenen en één metalen. 
De bovenste twee bruggen gebruiken de onderliggende als steunpilaren. 
De onderste brug is gebouwd rond 1100, er doet echter een legende de ronde dat die niet door mensen is gebouwd maar door Satan zelf!
De brug die de oversteek over het diepe ravijn mogelijk moest maken zou niet door normale stervelingen gebouwd kunnen worden.
Satan zou de brug bouwen in ruil voor de ziel van het eerste levende wezen dat de oversteek zou maken.
Toen de brug klaar was gooide een oude dame een stuk brood over de brug waardoor haar hond erachteraan ging, wat hem de eerste levende ziel zou maken die het ravijn overbrugde.
De landschapsschilder J. M. W. Turner (zijn leven werd verfilmd als Mr. Turner) vereeuwigde in 1806 de brug, dit werk bevindt zich in de Tate Gallery, Londen.


Wat echt opvalt in Groot-Brittannië is de tolerantie tegenover honden.
Bijna overal zijn ze toegelaten, in hotels, restaurants, op het strand...het zou normaal moeten zijn maar dat is in ons land meestal niet zo.
Hier verkochten ze zelfs hondenijsjes.
Het was niet echt ijsjesweer maar in de buurt was een tearoom waar ik een heel lekkere cider dronk. 
Inmiddels was het 16:30u en we hadden nog een drie uur durende rit voor de boeg naar onze overnachtingsplaats. Niet dat er tijdsdruk was want we konden er inchecken tot middernacht.
Terug op pad dus, vanaf nu langs de snelweg, vreemd om te zien dat een wielerwedstrijd gewoon op de snelweg plaats vond tussen het gewone verkeer.


In het stadje Builth Wells nam een prachtige muurschilderij een volledige zijgevel in.
Deze blikvanger deed me toch even de auto parkeren om een foto te maken.
De muurschildering toont de laatste dagen vóór de dood van prins Llywelyn of Wales.
In de winter van 1282, na het verslaan van het Engelse leger in de Straat van Menai, kwam Llywelyn naar Builth om steun te zoeken bij de lokale hoofdmannen.
Hij kampeerde met zijn leger in de buurt van Cilmeri toen hij werd opgeroepen om alleen naar Aberedw te gaan, zogenaamd om de hoofdmannen van Breconshire te ontmoeten om hun krachten te bundelen tegen de Engelse indringers.
Llywelyn, zijn maat Grono ap Fychan en een lijfwacht van 18 man staken de rivier de Wye over bij Llechrhyd en lieten de soldaten achter om de doorwaadbare plaats te bewaken. 



M
aar ze werden in een hinderlaag gelokt en gedood. 
Het onthoofde lichaam van de prins werd begraven in Abbeycwmhir, zijn hoofd werd naar Londen gebracht.
De muurschildering toont Llywelyn en zijn mannen, een scène met de gevechten en een weergave van Builth Castle, waar Llywelyn werd weggestuurd toen hij probeerde de Engelsen te ontvluchten.
Het toont ook een smid - Rode Madoc - die het hoefijzer op het paard van Llywelyn omkeerde zodat de afdrukken in de sneeuw eruit zouden zien alsof hij in de tegenovergestelde richting reed toen hij uit zijn hinderlaag vluchtte

 

We reden verder, een brandende auto langs de M5 zorgde voor het eerst op deze reis voor een 25 minuten file. Het was rond 21u toen we in de buurt van de B & B waren.
We besloten niet buitenshuis te eten en kochten in een M & S tankstation broodjes, slaatjes en pasta.
Het was ondertussen pikdonker en we moesten toch even zoeken in de wirwar van smalle boerenweggetjes.
Uiteindelijk vonden we toch de Upton Cross B & B.
Na even kennis te maken begaven we ons naar de kamer voor een welgekomen geïmproviseerde maaltijd, een wijntje maakte het af.


Om te schrijven had ik geen zin, waar ik wel zin in had, was een aflevering van De Grens, een legendarisch radioprogramma van weleer.
In bed luisteren naar een vreemd surrealistisch verhaal met aangepaste muziek was de ideale afsluiter van een boeiende dag.


Jacky De Reviere
25/09/2019

Geen opmerkingen:

Een reactie posten