zaterdag 14 september 2019

Cornwall - Wales: Day 10 & 11

Day 10: Arriving National Park Brecon Beacons, Castell Dinas & Honey Café

27/08/2019
Deze dag reden we door naar Wales.
Vóór het uitchecken bij Wookey Hole boekte ik nog 3 overnachtingen in Noord-Wales en schreef verder aan dit verslag. 
Martine zocht één en ander op in de reisgidsen die we bij hadden.
We checkten pas om 11u uit en hadden nog geen ontbijt gegeten, dat deden we iets verderop.
In een klein dorpje langs de weg staat The Priddy Good Farm Shop.
Aan de foto hiernaast te zien, niet meteen de hipste zaak, het heeft meer weg van een  aftandse voetbalkantine van een vierde provincialer maar dat maakt me niet uit, meer nog, ik hou wel van dit soort eenvoud op reis.
Deze kleine shop met lokale producten is in de eerste plaats een slagerswinkel.

Wat heeft een veganist daar dan te zoeken hoor ik er hier enkele denken?
Wel, ze serveren er in een zaaltje ook een Full Englisch Vegan Breakfast met worstjes van het Linda McCartney merk, die wou ik wel eens proeven en ze werden door ons beiden goedgekeurd.
Ik vond het er best gezellig zitten, de typische toeristen zullen dit niet snel vinden.
Ik heb de indruk dat het vooral locals en rugzaktrekkers die hier langs komen.
Na het lekkere ontbijt reden we een heel eind door naar Talgarth in het Nationaal park Brecon Beacons.
http://www.breconbeacons.org/ 
 
Tijdens de rit: Waarom staat de radio op Duits? Nee hoor, het is gewoon een mix van Isidore Genois.
Rond 15u stonden we aan het Castle Hotel, we hadden de uitbater blijkbaar op snelheid gepakt want de kamer was nog niet klaar.
Even wachten in de lobby maar het kwam toch snel in orde, de vriendelijke uitbater droeg eigenhandig de zware valies naar boven.
Toen we op de kamer kwamen was ze precies nog niet helemaal klaar want hier en daar zag ik een spinnenweb, maar daar maal ik niet om, spinnen zijn nuttige beestjes.
In een oud hotel kan het wel wat muf ruiken, dat is geen kritiek, dit is wellicht onvermijdelijk in een gebouw van meer dan 300 jaar oud, het kan ook aan de tapijten liggen.
Het Verenigd Koninkrijk en hun tapijten, ze blijven onafscheidelijk...

We zijn dus in Wales en dat zal te merken zijn aan de foto's, geen kust- en strandfoto's met adembenemende kliffen meer.
Ook veel rustiger hier, hoe goed het ook in Cornwall was, het was er soms behoorlijk druk, veel Britten doen blijkbaar aan "staycation" en geef ze maar eens ongelijk! Geheel begrijpelijk dat die term in zo een prachtig land werd bedacht.
We komen vooral om te wandelen tussen de bergen en van de natuur te genieten, een rugprobleem zorgt ervoor dat er geen al te grote wandelingen worden gedaan en als ik ergens op een top van een berg zal staan, zal het geen hoge zijn.
 
Het weer was iets koeler en morgen zou het regenen, die was welgekomen.
Vandaag gingen we niet teveel doen, een wandeling naar Castell Dinas, een kasteelruïne met een 2600 jaar lange geschiedenis.

Die is gepositioneerd om de Rhiangoll-pas tussen Talgarth en Crickhowell te verdedigen.
Reeds in de IJzertijd, 600 BC, stond hier al een heuvelfort dat gebouwd was op een motte.
Van daar heb je een mooi uitzicht op het Rhiangoll dal.
Vanaf 1070 tot begin 15e eeuw was er op deze plek een uitgebreidere bewoning.

Een versterkt Normandisch kasteel met stenen muren werd op de site gebouwd, het was een gemakkelijk te verdedigen kasteel dat beschutting bood voor de dorpelingen. We moesten even zoeken waar het pad begon, geen enkele wegwijzer te vinden, dit is verre van een toeristische trekpleister.
Uiteindelijk dan toch gevonden, het pad begon van een brede grindweg die evolueerde naar een smal keienpad.
Aan de contouren van die schapenweide te zien vermoed ik dat hier vroeger een nederzetting heeft bestaan.


Na een tijdje troffen we een bordje aan met karige info over Castell Dinas.
Oef, we liepen dus toch goed, we zagen de ruïnes reeds staan.
Het was een korte, steile klim naar de top van de heuvel waar het kasteel stond.
Meer dan wat puinhopen schieten er niet van over, afbrokkelende muren die voornamelijk bedekt zijn met aarde en de contouren van sloten en wallen van de oorspronkelijke vestingwerken uit de IJzertijd, met een indrukwekkend uitzicht op de Black Mountains en Talgarth.
De grachten van toen zijn nog steeds goed zichtbaar.
Naast één gezin waren we er helemaal alleen.


Ik was er toch even King in my Castle!


Tijdens de terugkeer namen we een ander pad, dat duidelijk niet gemaaid werd...we moesten het zelf een beetje uitzoeken.


Gevaarlijke situaties hoorden er ook bij zoals over een draadje klimmen en een groene kruisspin trotseren!


We voedden ons met braambessen die we overal aantroffen.


De natuur is er wild met mooie bloemen langs de weg.


Aan het bijhorende restaurant van ons hotel stonden ze aan te schuiven aan de fish & chips afhaal, zowat het equivalent van onze Belgische frietkoten.
We hebben niet gegeten in het hotel waar we logeerden, er waren, voor ons althans, interessantere zaken in de buurt.
Zoals het Honey Café dat dateert uit 1935 en tegenwoordig een tex-mex restaurant is.
Voor wie het wil is er een volledig plantaardig menu. Lekker, eenvoudig en gezond comfort food. 
We bestelden heel wat tapas met erna de Honey Café Bean Burger met alles erop en eraan en een Chilli Sin Carne.
Een flesje Italiaanse Pinot Grigio maakte het helemaal af.

Terug naar Castle Hotel, een plaats met een lange geschiedenis.
In de drie eeuwen zullen er wel al een aantal mensen zijn gestorven zijn, ik had in ieder geval de indruk dat hun geesten er nog ronddwaalden.
Het gebouw heeft dunne muren, iedere voetstap in de gang hoor je en we sliepen boven de pub, helemaal rustig werd het niet.
De WIFI was gelukkig goed en ik kon twee Poldark afleveringen downloaden die ondertussen waren uitgezonden op BBC.
Het was een leuke avond, er vielen buien en met de regen die het raam aantikte en een glaasje wijn erbij werd een gezellige tv-avond.

Day 11: Bronllys Castle, The Lady of the Lake and a Dark Cave under a Castle.
 
28/08/2019
Zoals eerder vermeldt sliepen we in een oud hotel, bij het sassen van het toilet leek het wel alsof er één of ander boerend watermonster in de oude buizen huist.
Van het schreeuwend geluid van de douche werd je wel meteen wakker.
Terug in slaap vallen kon bij het ontbijt waar ze op de TV over niets anders leuterden dan die verdomde Brexit.
Het ontbijt was gewoontjes, continentaal, zelfbediening met voldoende vers fruit.
Het zomerweer leek voorbij, mij hoorde je niet klagen, deze streek komt het best tot zijn recht op een miezerige regendag of gehuld in nevelslierten.
Nevel was er niet, wel regen, het zou tot een eind na de middag motregenen, ideaal wandelweer!

Voor de eerste bezienswaardigheid dienden we niet ver te wandelen, een paar honderd meter van het hotel staat een merkwaardige toren.
Redelijk intact en een overblijfsel van wat ooit Bronllys Castle was. 

Minstens een dozijn van deze ronde bolwerken zijn te vinden aan de oostelijke grenzen van Wales, in de 13e eeuw gebouwd door de Normandiërs die toen de plak zwaaiden in deze contreien. Engeland zat redelijk snel onder de knoet van de Noormannen na de Slag bij Hastings in 1066, Schotland nodigde ze zelfs min of meer uit, maar Wales bood meer dan twee eeuwen weerstand.
Toen die uiteindelijk toch plooiden besloten de Normandische heren hun feodale landen en goederen te beschermen tegen de plaatselijke bewoners van Wales, dit lukte best vanuit dergelijke bouwwerken.

In de rand van deze uiteenzetting geef ik nog deze link mee naar de fantasy wereld van Lord Of The Rings van de schrijver J.R.R.Tolkien.
De Normandische krijgers zouden door de Welshmen, Orcs worden genoemd en de Angelen en Saxen zouden geloofd hebben dat zij in Midden-Aarde woonden en dat er nog een Beneden-Aarde voor de doden was en een Boven-Aarde voor de goden bestond...
Ik schrijf wel "zouden" want ik vind hier geen bevestiging van...
Het is echter geen geheim dat Tolkien inspiratie vond in theologie en Angelsaksiche mythologie en dat de naam Midden-Aarde voorkomt in het Angelsaksische gedicht Crist.

Terug naar het kasteel, vandaag zijn de enige bewoners kleine varens die op de oude muren groeien maar lang geleden was dit een levendige locatie.
Gedurende de eeuwen ging het in dit vaak betwiste grensgebied verschillende keren van Engelse naar Welsh-handen.
In de 15e eeuw begon het verval, de toenmalige eigenaar, de hertog van Buckingham werd geëxecuteerd wegens zijn steun aan de Tudor's.
Zijn erfgenaam, de nieuwe hertog verwierf pas in 1509 het bezit van Bronllys Castle, het verwaarloosde kasteel was echter onherstelbaar en had geen militair nut meer.


Het bleef vervallen tot de staat de zorg in 1962 overnam. 
Op deze gravure uit 1740 is duidelijk het verval van het kasteel te zien, de toren op de motte lijkt nog in goede staat te verkeren.
Vandaag de dag onderhoudt de Welsh Historic Monuments het onderhoud van deze weinig bekende maar intrigerende site.
We reden verder het Brecon Beacons National Park in.
Bij het binnen rijden van het graafschap Carmarthenshire veranderde het landschap drastisch, we lieten de bossen achter ons om in een desolaat heidegebied.
Landschappen die kijkers van de Welshe politieserie Hinterland wel zullen herkennen.


Dit was het Wales waarvoor ik gekomen was, mistig, nat en verlaten!


De autorit was een belevenis op zich, ik dikte de sfeer auditief nog wat aan met de hulp van David Sylvian, Harold Budd en Michael Brook die autoradio-gewijs hun steentje bijdroegen.
Ondertussen las Martine enkele legendes voor die zich in de streek afspeelden, er was geen gebrek aan sfeer...
We reden natuurlijk niet zomaar wat rond, onze bestemming was Llyn y Fan Fach, een meer van ongeveer 10 hectare aan de noordelijke rand van de Black Mountain.
Dit verliep niet zo vlot, we moesten een eind omrijden, niet door wegenwerken maar omdat een herder met zijn 600-koppige schapenkudde dezelfde weg nam en dit volgens de herder een hele tijd kon duren...
De omweg bleek zo een typisch smalle weg tussen twee hagen te zijn die toevallig gescheerd werden, en ons aan een slakkegangentje achter de scheerwagen deed tuffen.
Uiteindelijk kwamen we aan bij het beginpunt van de wandeling naar het meer.
We waren er niet alleen, ook een Nederlands koppel had het idee opgevat om vandaag deze wandeling te maken, blijkbaar plooiers want het regende nu iets meer en ze besloten de wandeling maar zo te laten.
Dus waren we toch alleen of...toch niet helemaal.
Op deze plek gebeuren vreemde zaken, we zijn het gebied binnen getreden van The Lady Of The Lake!


Tussen de foto's door, een verhaal vol romantiek en tragiek: het verhaal van de herder en de Vrouw uit het Meer:

Er was eens (zo beginnen die verhalen nu éénmaal) een herdersjongen die zijn dagen doorbracht met dagdromen aan het meer terwijl de schapen aan de oevers graasden.
Op een dag staarde de jonge man dromerig naar het koude, heldere water van het meer en was verbaasd om de vorm van een mooie vrouw die langzaam uit het water kwam en naar naar hem toe liep. 
Hij had nog nooit iemand zo mooi in zijn leven gezien en was met stomheid geslagen toen ze zich sierlijk uit het water naar hem toe bewoog. 
Toen hun ogen elkaar ontmoetten, werd hij onmiddellijk verliefd op haar.

Was ze een fee, één van de godinnen van weleer, of een ander soort bovennatuurlijk wezen, het maakte hem niet, hij was absoluut verliefd en in de ban van haar. 
Ze bevat een bron van wijsheid en kennis en had mystieke en buitengewone krachten.
Ze liet hem de toekomst zien die ze samen gingen delen en hij zou rijk en gerespecteerd worden éénmaal ze getrouwd zouden zijn.
De jongen stemde meteen in, de rijkdom kon hem zelfs niet schelen, hij had zijn droomvrouw gevonden!

Er waren echter bepaalde voorwaarden waaraan moest worden voldaan om te kunnen trouwen. 
De eerste voorwaarde was dat hij haar nooit drie keer mag slaan. 

De tweede was dat hij geheim moest houden waar ze vandaan kwam en nooit aan iemand de bovennatuurlijke bron van hun relatie en geluk zou onthullen. 
De jonge man stemde snel in met deze voorwaarden. 
Het bleek moeilijk om haar plotselinge verschijning en hun huwelijk met de kleine, hechte Welshe gemeenschap van Myddfai te verklaren, maar toch wist hij de lokale nieuwsgierigheid weg te nemen en het paar trouwde.
Na de bruiloft werden de schapen en het vee van de jongeman dikker en gezonder en veel lammeren en kalveren werden geboren
De waarde van zijn vee verhoogde met de dag en er werden uitzonderlijke rammen en stieren geboren die erg in trek waren voor de fokkerij.
Hij werd een alom gerespecteerde fokker en succesvolle dealer en had al snel zijn eigen boerderij. 

Zijn winsten investeerde hij in het kopen van land en het verhuren ervan en vertakte zich in de paardenfokkerij. 
Hij verwierf een reputatie als een goede en eerlijke zakenman die wijd en zijd werd gerespecteerd en was de vriend van velen, zijn advies werd op grote schaal gevraagd en door zijn zakelijke ondernemingen floreerde de hele lokale gemeenschap.
Door alle jaren heen bleef zijn vrouw rustig op de achtergrond het huishouden runnen.


Het gelukkige paar had drie prachtige zonen en zijn vrouw was er altijd om haar man te helpen en te ondersteunen. 
Door de jaren heen toen zijn rijkdom en welvaart groeide, werd de jongeman een beetje arrogant, soms negeerde hij oude vrienden en kennissen en vergat hij enkele van zijn beloften en waarden. 
Op een dag ging zijn vrouw mee naar de markt, maar hij was boos omdat de zaken niet waren gegaan zoals hij wilde. 
Toen ze vroeg wat er aan de hand was en dacht dat het hem zou helpen erover te praten, sloeg hij haar, niet hard, maar toch sloeg hij haar. 
Met grote waardigheid herinnerde zijn vrouw hem aan de belangrijkste voorwaarden van hun huwelijk. 
Vol schaamte smeekte hij haar om vergeving en beloofde dat hij zoiets nooit meer zou doen. 
Zijn vrouw vergaf hem maar ondanks zijn belofte gebeurde het een tweede keer en opnieuw vergaf ze hem. 
Tot zijn eeuwige schaamte gebeurde het een derde keer, maar deze keer stond zijn vrouw rechtop en keek hem in de ogen en vertelde hem dat het huwelijk nu voorbij was.
Ze keerde hem onmiddellijk de rug toe en liep terug naar het meer.
Hij probeerde haar tevergeefs te overtuigen bij hem te blijven.
Terwijl ze door hun boerderij liep, noemde ze alle dieren bij naam en alle schapen, koeien, eenden, kippen en andere boerderijdieren volgden haar terwijl ze naar het meer liep. 

Hij volgde haar en zijn roep om vergeving galmde door de bergen, maar ze draaide zich niet om. 
Toen ze het meer bereikte, liep ze gracieus het koude water van het meer in, gevolgd door alle boerderijdieren.
Haar radeloze echtgenoot en zonen bleven huilend om vrouw en moeder achter aan de rand van het meer, hun kreten van angst gonsden over de lege bergen.
De man was er kapot van en bracht de rest van zijn leven met spijt door. 
Zijn boerderij en zijn bedrijf werden verwoest door het verlies van zijn dieren, zijn geluk was verdwenen en hij leefde de rest van zijn leven in wanhoop smachtend naar zijn verdwenen vrouw. 


Zijn drie zonen bleven bij hem en zorgden zo goed mogelijk voor hem. 
Soms liepen de jongens naar het meer om hun moeder te zoeken en op te roepen. 
Op een dag verscheen ze aan hen vanuit het meer en leerde hen de kunst van kruidengeneeskunde. 
Het werden alle drie grote genezers en werden bekend als de Artsen van Myddfai.

Wij verbleven een tijdje aan het meer, hoe hard ik ook het in mist gehulde meer in tuurde... Vrouw uit het Meer vertoonde zich niet, dit is niet verwonderlijk aangezien ik mijn Grote Liefde reeds gevonden heb.


Waar gebeurd of verzonnen, waar niet aan getwijfeld kan worden is dat deze mysterieuze omgeving de ideale geboorteplaats is voor dergelijke verhalen.

Ik verbleef hier graag, het was een mooie wandeling in de miezerige regen, de mistige setting waarin we vertoefden maakte het helemaal af.
In het schuilhokje staken Welsche nationalisten hun afkeer voor de Engelsen niet onder stoelen of banken, ze schreven het gewoon op de muren.

Als zij het waren die een hoop afval achterlieten dan hoop ik als ze nog eens komen kladderen hun troep meenemen.
Het was gelukkig de eerste keer dat we met een sluikstort werden geconfronteerd, helaas zou later blijken, niet de laatste keer.


We reden verder naar het kasteel Carreg Cennen, of ten minste de overblijfselen ervan.
Toch schijnt dit het fraaiste kasteel van heel Wales te zijn en het heeft een onderaardse grot!

Carreg Cennen Castle is gebouwd op een kalkstenen klif van 91,5 meter hoog, uitkijkend over de vallei waar de rivier de Cennen doorheen stroomt.
In de onderaardse grot onder het kasteel zijn prehistorische menselijke resten gevonden.
In de ijzertijd bevond zich op de rots vermoedelijk een fort, getuige de vondst van Romeinse munten, maar van dat fort zijn in de moderne tijd geen sporen te vinden.
Het kasteel dateert uit de 13e eeuw en werd tijdens de Rozenoorlog in de 15e eeuw verwoest.
In de late 18e eeuw werd het kasteel populair onder amateurarcheologen en artiesten, zo bezocht William Turner het kasteel in 1798.
Later in de 19e eeuw begon de tweede graaf van Cawdor restauratiewerkzaamheden aan Carreg Cennen Castle.
In 1932 kwam het kasteel in beheer van de staat die het in de jaren zestig verkocht aan de familie Morris, eigenaren van de boerderij Castell Farm bij het kasteel.
De shop van die boerderij passeer je tijdens het omhoog stappen naar het kasteel.


Naast de gebruikelijke souvenirtjes kan je er terecht voor vers gebak.
Wij pasten hiervoor en kochten aan een jobstudent aan een kotje bij het kasteel toegangstickets en ruilden onze autosleutels voor een zaklantaarn, het leek me niet echte de deal van de eeuw!
Die zaklantaarn heb je nu éénmaal nodig om af te dalen in de grot, tenzij je de bezitter bent van een smartphone met een sterk licht.
Het kasteel is zeker een bezoek waard, wel jammer dat ze hier en daar, een naar mijn aanvoelen, een te moderne trap en hekkens plaatsten maar het is een detail, de rijke geschiedenis is hier echt voelbaar.
Een dramatisch beeld is de kant van de vallei, dit is het typische beeld van een kasteel op een hoge rots met diep in het dal een rivier.



Martine was mee afgedaald in de kelders maar niet meegegaan in de grotten.
In de vochtige grotten was ik helemaal alleen. 
De claustrofobische belevenis is compleet wanneer je de zaklantaarn dooft en de totale duisternis ervaart, de stilte af en toe onderbroken door een vallende druppel.
Ik volgde de grot tot het einde, de afstand was moeilijk in te schatten, ik vermoed dat ze onder het hele kasteel loopt.
Ik trof er eeuwenoude graffiti aan, let op het jaartal 1887.


Ik verbleef er toch eventjes, boven liepen er een tiental toeristen maar weinigen zoeken blijkbaar de koele geborgenheid op van deze donkere vochtige onderwereld.
Martine was maar wat blij toen ik terug bovengronds kwam.
Het bezoek zat erop, de sleutel ophalen en weg.
Euh...waar is die jobstudent naartoe?
Het kotje was verlaten al was het nog maar een paar minuten na 17u en was het kasteel open tot 18u.
Gelukkig lag er een nota waarop we konden lezen dat onze sleutels in de shop lagen, wellicht een trucje om ons alsnog een scone of zo aan te smeren, dit lukte uiteraard niet.
17:20u en tijd om terug naar het hotel te rijden en onderweg iets te eten.

De route naar het restaurant was terug bijzonder mooi, een eindje rijden, langs de smalle weggetjes waren we ruim een uur op weg, af en toe stoppend om een foto te maken.


The Coach & Horses Inn hadden we deze avond uitgekozen voor het avondeten,
gelegen in het dorpje Llangynidr; brede voertuigen raken er langs de kant vanwaar wij kwamen niet in.



Heel lekker gegeten in dit gezellige restaurant, een warme groet door de uitbaatster en het personeel was opnieuw zeer vriendelijk.
Deze avond stond er gevulde aubergine met een wortel-groentenratatouille geserveerd met zoete aardappelfrietjes en een extra portie uienringen op de menu, we dronken er een biertje bij, geen hoogvlieger maar best te doen.



Het restaurant was opgedeeld in compartimenten, wij zaten blijkbaar in het klokkengedeelte, maar welke klok weergeeft het correcte tijdstip van dit etentje?


 Lekker gegeten, terug op weg, het brugje over en naar het hotel.




Het was even rijden tot we daar aankwamen, het werd donker en van het landschap was deze keer weinig te merken.
Ik schreef nog een beetje, wat notities maken en foto's klasseren en we keken naar de allerlaatste Poldark aflevering die dankzij de goede WIFI te downloaden was.
Een flesje wijn hoorde erbij, niet van de minste, ik had de koelkast van de ontbijtruimte in het hotel gebruikt om een
Zsirai, Tokaji Furmint uit 2011 koel te houden.
Dit Hongaars topwijntje maakte de avond compleet.
Het was een mooie dag geweest.

Jacky De Reviere
14/09/2019 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten