Dag 7: The Standing Stones of Callanish + Uig &
Great Bernera
Ik was iets vroeger wakker en na het
douchen schreef ik verder aan dit verslag.
Het WI-FI signaal op onze kamer was
heel zwak, maar iets verderop in de gang stond de signaalversterker
en daar gezeten op de trap kon ik rustig schrijven met crooner en
lounge muziek die opsteeg vanuit de dining room waar we straks ons
ontbijt zouden verorberen.
De geur van gebakken eieren en
kippers scherpten danig mijn eetlust aan.
We bezochten wel de twee kleinere circels Callanish II en Callanish III aan de overkant van de weg.
De moeite niet om er speciaal naartoe te rijden maar we waren er nu toch...
De stenen van Callanish II stonden nogal respectloos tussen de koeienvlaaien.
Om naar Callanish III te gaan moesten we een eind al slalommend stappen door een veld vol modder en nog meer vlaaien.
Martine probeerde om Outlander-gewijs naar het verleden, en de koeienvlaaien te ontsnappen maar ik vrees dat de serie toch niet helemaal op waargebeurde feiten gebaseerd is.
In de buurt was een postkantoor dat uitgebaat werd door een metalfreak in Black Sabbath shirt.
vers uitgestoken turf |
Doorheen de veengebieden zagen we veel hoopjes turf liggen dat lag te drogen.
Turf is nog steeds een belangrijke brandstof op het eiland.
Net zoals hout wordt turf gestapeld om in de winter op te stoken.
Stornoway is een, voor deze contreien althans, grote stad met alle kenmerken van een grootstad en telt 8000 inwoners, in de zomer zijn dit er echter heel wat meer, vooral omdat de ferry uit Ullapool op het Schotse mainland hier aanmeert.
Die zouden wij dus boeken, dit ging heel vlot, na 10 minuten was het geregeld, we hadden de overtocht voor donderdagochtend 7:00u geboekt, we waren sowieso toch van plan die nacht in de tent te slapen.
Stornoway heeft iets met palmbomen:
En met kleurige gevels:
We sloegen wat levensnoodzakelijk proviand in en reden naar de Westkust.
Woensdag zouden we, afhankelijk van onze terugtocht uit het Noorden van Lewis, misschien de stad wat uitgebreider verkennen.
We gingen er toch op zijn minst een restaurantje aandoen.
Maar eerst dus de Westkust verkennen, we hadden ons oog laten vallen op het schiereiland Uig, niet te verwarren met het gelijknamige stadje op Skye.
Het was inmiddels opgehouden met regenen en de zon scheen volop.
Het bergachtige zuidwesten van Lewis was van ver te zien:
We reden door schitterende landschappen naar de kust.
Azuurblauwe lochs:
Groene valleien:
En ruwe berglandschappen:
In
Timsgarry aangekomen troffen we op weg naar het strand, de Lewis Chessmen aan, een houten beeldhouwwerk uit 2006 ter
herdenking aan de vondst van 12de-eeuwse uit walrusivoor
gesneden Viking schaakstukken, die per toeval in 1831 gevonden zijn in het naburige dorp Eadar dha Fhadhail (Ardroil) toen een koe erover struikelde.
Die stukken zijn te bekijken in
het Edingburgh Museum of Antiquities en het Britisch Museum in
Londen.
We konden met de auto bijna tot op het strand van Traigh Chapadail rijden, een enorm uitgestrekt gouden strand dat ook hier zo goed als helemaal verlaten was:
Hier waren gratis douches en toiletten beschikbaar, geen houten barakken maar een modern complex, compleet met ruimtes om de baby te verversen en een toilet voor mensen met een lichamelijke beperking... alles voorzien en gratis.
Er werd wel gevraagd aan de kampeerders om ergens in het dorp 2 Pound te gaan betalen, maar dit is hier ook weer, geheel op vertrouwen gebaseerd.
De rode telefooncellen duiken nog steeds op de meest onverwachte plaatsen op:
We staken een smal zeekanaal over naar het eiland Great Bernera:
Zelfs de doden hebben hier het mooiste uitzicht:
Een paradijselijk strand met schapen op de achtergrond:
De zon scheen volop, de camera deed zijn werk:
Nu was het weer ideaal om The Standing Stones of Callanish te bezoeken,:
Meer info over de stenen:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Calanais_Standing_Stones
Op het informatiebord zijn deze taferelen te zien, het leken wel kartonnen kaartjes uit het bordspel, Carcassonne.
Het Loch in de buurt lag er rimpelloos bij:
Om 19:15u waren we net op tijd terug in de guest house waar een heerlijke maaltijd voor ons klaar stond.
Later op de avond, rond 23:30u merkte ik dat de zon onderging en maakte me de bedenking dat het licht aan de stenen fantastisch moet zijn, ik sprong vlug in de auto en was net op tijd om de zon te zien ondergaan en was getuige met enkele andere wakkere medemensen van dit schouwspel:
Het licht aan het loch was evenzeer schitterend:
Met deze beelden op het netvlies kroop ik onder de veren, het was een prachtige dag geweest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten