dinsdag 12 juli 2016

Schotland 2016: Skye - The Outer Hebrides - Ben Hope / Dag 10

Dag 10: De beklimming van de Ben Hope


Vandaag stond de beklimming van de Ben Hope op het programma.
De meest noordelijk gelegen Munro (berg van minstens 3000 voet of 914 meter) van Schotland.
De Ben Hope is 927 meter hoog, dat lijkt niet veel maar de start ligt op zeeniveau en de wandelomstandigheden zijn zwaar en vergen een grote inspanning.


Ondanks hun relatief beperkte hoogte, is het bewandelen of beklimmen van de Munro's niet altijd even eenvoudig, gezien hun hoge breedtegraad en het verraderlijke Schotse weer dat vaak onder invloed staat van Atlantische storingen. Zelfs in de zomer kunnen de weersomstandigheden nabij de top vrij gevaarlijk zijn: dikke mist, sterke wind, hevige regen en vriestemperaturen komen vaak voor.
Het weer zag er niet optimaal uit, gelukkig geen regen, wel koud en lage bewolking, wat weinig goeds beloofde voor de eindklim in de wolken.


De startplaats is niet gemakkelijk te vinden, voor wie de klim overweegt, een korte routebeschrijving: Langs de kustweg A836 sla je af in Hope (tussen Durness en Tongue), dit is een plaats op de kaart, maar er staat geen bord ernaartoe, ook geen huis, het is een onbestaand dorp...
Op de plaats waar je de afslag neemt staat er een wegwijzer naar Altnaharra 21 mijl, ook een wegwijzer naar de broch Dun Dornaigil.
Daar rij je in en na ongeveer 15 kilometer vindt je op de linkerkant een parkeerplaats voor een zevental wagens waar het bordje staat voor de start.


Wij gingen eerst een kijkje nemen aan
Dun Dornaigil dat iets verder in het binnenland te vinden is.
Minder spectaculair dan degene die we op Lewis bezochten, maar de locatie was hier wel de max!






En dan stonden we aan de voet van de Ben Hope!

Het regende niet, er was zelfs af en toe een zonnestraal die door het wolkendek priemde. 


Het was geen wandelingske naar boven, er was geen echt pad, het was meer omhoog klauteren op de natte keien door de rivierbedding.
De hond van een Engels koppel had er geen enkele moeite mee.


Hoe hoger we klommen, hoe slechter het zicht en hoe kouder het werd.
De weinige klimmers op de berg maakten rechtsomkeer met de niet mis te verstane boodschap dat het geen zin had om door te gaan wegens geen zicht!
Martine daalde af en verdween uit het gezichtsveld...


Ik legde de waarschuwing naast me neer en ging op mijn eentje verder.
De top zou bereikt worden!
Vijf minuten later was ik reeds het pad kwijt, niet verwonderlijk in een mist waar je amper tien meter ver kan kijken. 
Ik kwam terecht op een rotswand, dit waren de kliffen aan de steile westelijke kant van de berg!
Terugkeren was te gevaarlijk, omhoog klimmen moeilijk...
Ik besloot geen risico te nemen, voorzichtig trok ik me omhoog zoekend naar spleten in de bergwand.
Na een tijdje werd het minder steil en kon ik verder naar boven klauteren, ik kwam boven op een plateau maar het zicht was nog geen vijf meter.


Het zware klimmen was nu voorbij, ik stapte steeds hoger, zo zou ik uiteindelijk wel aan de top komen.
Ik speurde de grond af op zoek naar voetstappen, ik waande me een spoorzoeker in een van God verlaten woestenij.
Van Martine kreeg ik het geruststellende sms dat ze het juiste pad naar beneden gevonden had.
Een paar kilometer stappen later zag ik plotseling deze voetstap.
Ik had het pad terug gevonden!


Dit spoor leidde ongetwijfeld naar de top en enkele honderden meters verder doemde inderdaad de top van die duivelse Ben Hope op uit de mist:


Ik stond oog in oog met het monument waarvan de afbeelding reeds twee jaar de achtergrond op het bureaublad van mijn laptop is, het doel was bereikt!
Ik stond hier niet zomaar, maar wel met een missie, ik zou de Europese Vlag hijsen op de top van de hoogste Noordelijkste berg van Schotland.
Ik had een kleine vlaggenmast en vlag mee naar boven gedragen, plantte die in het gat van het monument en verstevigde het zaakje met rotsblokken.
En zo werd de Ben Hope een echt baken van hoop en één grote opgestoken middelvinger richting Brexit!

  
Ikzelf zag geen vijf meter ver maar bij helder weer is er een schitterend uitzicht over Loch Eriboll, de Orkney archipel en bij zeer helder weer zelfs de Faeröer Eilanden die tussen Schotland en IJsland liggen:



Na even te hebben gerust zette ik de afdaling in, het "pad" was heel vaag, op de top was het één veld van stenen, bijna onmogelijk om er een pad in te herkennen. Er stonden ook zo goed als geen "stenen mannen", bakens om het juiste pad aan te duiden.
Na een tijdje was ik dan ook het spoor bijster...
Ik had gelukkig mijn kompas bij.
Ik daalde blijkbaar min of meer in de juiste richting af.

Na een tijdje hoorde ik het klateren van een waterval maar ik wist dat er op die hoogte langs het normale pad geen watervallen waren...

Liep ik dan toch verkeerd?
Ik herinnerde me van de info die ik gelezen had op internet dat er een alternatieve route naar beneden was via de watervallen van Alltnacaillich, daar was ik allicht terecht gekomen...

Na een tijdje kwam ik onder het wolkendek uit en zag ik tot mijn geruststelling de rivier Strath More beneden stromen in het dal.


Ik daalde af aan de goede kant van de berg maar zou drie mijl van de startplaats uitkomen, van Martine had ik sinds anderhalf uur niets meer gehoord...geen gsm bereik...
Ik liep dan maar schuin over de bergflank naar beneden, een echt pad was er toch niet, dit ging heel wat sneller en nu het zicht goed was zou ik vanzelf wel op het juiste traject komen wat uiteindelijk ook gebeurde.

Daar kwam ik een sympathiek Engels koppel tegen die mij bij naam aansprak en zei dat Martine heelhuids beneden geraakt was.
Een half uur later stond ik ook beneden, de tocht had slechts vijf uur geduurd wat enorm meeviel, door de steile westkant te beklimmen moet ik een stuk van het parcours afgesneden hebben, dit is echter niet voor herhaling vatbaar.
Op de terugweg naar ons hotel zagen we nog een hertje door het bos dartelen.
We zagen ook die dekselse Ben Hope nog steeds gehuld in dikke zwarte wolken, enkel de voet was zichtbaar...


Op de hoofdweg langs de kust stopte ik even bij Moine House, een opvallende "alleenstaande woning" die ik in 2010 reeds fotografeerde en die sindsdien in posterformaat onze keuken siert:


 Donkere turfputten, verscholen tussen de moerassige heide:

Moine House 2010                                                           Moine House 2016
Aangekomen bij Craggan House werd ik aangesproken door een zeskoppig gezelschap die me aanspraken over mijn beklimming, in een klein dorp gaat dergelijk nieuws blijkbaar heel snel rond....Martine zat er ook wel voor iets tussen.
Later die avond genoten we van een lekkere maaltijd, Cullen Skink, een Schotse specialiteit, en een heerlijke veggie pasta met erna een dessert op basis van whisky.
Een verdiende beloning na een zware bergtocht.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten