maandag 13 mei 2024

Schotland 2024: Dag 10 & 11

Dag 10: De rust van Raasay

De afgelaste excursie naar St.Kilda werd vervangen door een bezoek aan het eiland Raasay.
In 2006 ook bezocht en in tegenstelling tot Skye is hier niets veranderd, lees: nog even rustig, weinig toeristen die de oversteek maken naar dit prachtige en vooral rustige eiland.
In Sconser namen we de ferry om de Sound of Raasay te oversteken, 25 minuten later reden we het eiland op.
 
 
Er wonen op het eiland nog geen 200 mensen, verdeeld over een paar dorpen.
Langs de weg stond een informatiebord met een gratis folder met de bezienswaardigheden van het eiland.
In het begin van de vorige eeuw werd er hier een tijdje aan mijnbouw gedaan.
Vooral tijdens W.W. I toen Duitse krijgsgevangen werden ingezet.
Hier en daar zijn nog overblijfselen te zien van deze industrie.

 
We reden naar de oude pier van East Suisnish.
 

Hier heeft een verwerkingsfabriek van ijzererts gestaan.


In 1943 werd die ontmanteld, enkel deze enorme erts hopper is er een stille getuige van.
De vierkante opening onderaan bevatte een transportband die het erts naar de pier bracht om op boten te worden geladen.


We waren even het noorden kwijt maar gelukkig wees een wegwijzer ons de goede richting.


Het was een bewolkte dag maar droge dag, aan de overkant van de Sound of Rasaay zagen we de zon door de wolken piepen op Skye.

 
We bezochten het (vermoedelijk) 16e eeuwse Brochel Castle, of toch wat ervan over blijft.
 

Het kasteel was een ingenieuze fusie van natuurlijke gesteente en ingewikkeld metselwerk en kalkmortel, gebouwd op een vulkanische stapelrots van zo'n 15 meter hoog.
Het was een intimiderende vesting voor iedereen die het kasteel passeerde of naderde vanaf land of zee, een bijna ondoordringbaar fortificatie met veel defensieve voordelen.
 

De eens zo machtige burcht is in zeer slechte staat en het lijkt erop dat het niet verder wordt onderhouden, 200 jaar geleden zag het er nog goed uit volgens schilder William Daniell, ook al was het dan al een tijdje verlaten.
 
 
Vandaag de dag zijn schapen de bewoners, een moeder en haar lam hielden er de wacht.
Eén huis achter het kasteel, dit is alles wat er nog rest van het dorp dat hier 200 jaar geleden was.
Het kasteel wordt niet toeristisch gepromoot en zal op termijn volledig verdwijnen, wellicht liggen hier binnen 200 jaar nog wat stenen op een rots...

 
We verbleven nog even op het keienstrand, een strand waar we de enige menselijke bezoekers waren.
 
 
We reden verder en langs de kant van de weg stond een versleten kruiwagen, houweel en schop.
Dit is het begin van een weg met een bijzondere en mooie geschiedenis.
Tot midden de jaren '70 van de vorige eeuw stopte op deze plaats de weg naar het Noorden, van hieruit was er enkel een voetweggetje naar het noordelijke dorpje Arnish (niet meer dan een paar huizen...).
Dat we nu verder konden rijden is het werk van één man, Calum MacLeod.  
Hij bouwde bijna in zijn eentje een weg van 3 kilometer wat nu bekend staat als Calum's Road.
De man deed dit niet voor zichzelf, hij had wel een Land Rover maar geen rijbewijs. Naar het zuidelijke deel van het eiland reed hij niet.
Macleod en andere lokale bewoners vroegen reeds lang aan de Highland Council om een weg aan te leggen naar Arnish om zo verdere ontvolking te voorkomen, toen hun verzoek niet werd ingewilligd besloot hij om de weg dan maar zelf te bouwen.
Hij deed dit vooral om het voor zijn dochter gemakkelijker te maken om in het weekend van school op het naburige eiland Skye naar huis terug te keren. 
 
Tien jaar werkte hij aan de weg met een kruiwagen, schop en pikhouweel!
Een weg die loopt over steile beklimmingen en afdalingen, 35% stijgingsniveau is geen uitzondering, soms door een drassig heidelandschap, dan weer langs de kliffen boven rotsachtige inhammen.
De prestatie van Calum MacLeod is des te groter als je beseft dat hij zijn wegenbouwactiviteiten combineerde met een baan als bewaker in de vuurtoren op Rona en met het verzorgen van de gewassen en dieren op zijn boerderij in Arnish.
 
 
Hij werd herdacht in een lied van Capercaillie op hun album, The Blood is Strong uit 1988, kort na zijn dood op 77-jarige leeftijd. 
Meer recentelijk heeft zijn verhaal een nog groter publiek bereikt dankzij Roger Hutchinsons bestseller uit 2006, Calum's Road.  
In 1982 werd de weg uiteindelijk goedgekeurd door de gemeente en afgewerkt met asfalt, zodat de rest van ons er ook over kon rijden.
En dat deden wij dus ook, in Arnish aangekomen stopt de weg echt en tot aan het Noorden van het eiland loopt er alleen een voetpad, mss moet er nog een Calum de handen uit de mouwen steken om de volgende drie kilometer te voltooien.
De weg heeft echter de ontvolking niet gestopt...
We maakten een wandeling in het vochtige berkenbos die uitkwam op een klif aan zee.
 

Heel wat bomen hadden vergroeiingen op hun takken, niet duidelijk als het warrelknoesten of heksenbezems waren, beide komen voor op berken.
 
 
We reden terug naar Calum's Road en langs de weg namen we een rustpauze, de plooistoelen werden uitgezet en we genoten van een lekker biertje.
Een speciaal bier voor een speciaal moment op een speciale locatie.
Daar waar 50 jaar geleden iemand zo had gezwoegd om een weg aan te leggen deelden we een fles Keun Juniper Blond, een exclusief bier dat inmiddels niet meer verkrijgbaar is.
Het smaakte enorm en wat een rust hier, in de 45 minuten dat we hier zaten passeerde er geen enkele auto...
Dit is het Schotland zoals ik het 24 jaar geleden leerde kennen.
Om het helemaal compleet te maken zweefde hoog in de lucht een zeearend maar het kon ook een buizerd zijn, ben geen kenner. 
 

Om 17u namen we de ferry terug naar Skye, in Portree hielden we halt bij het Isle of Skye Candle Co. Visitor Centre.
Dit is meer dan een informatiecentrum, er is een bioscoop en Gasta, een restaurant en daarvoor kwamen we.
Hier zouden ze lekkere vegan pizza's hebben, gebakken in een steenoven.
We waren niet ontgoocheld, de Sia Pizza met een Wee Gasta Salad smaakte ons, ook al zaten ze zonder vegan feta voor op de salade.


Op naar de B & B in Glendale voor onze laatste overnachting daar. 
Onderweg in het dorp Dunvegan even gestopt aan dit bord, best wel grappig dat dit dorp Fort Vegan heet.😀
De betekenis in het Gaelic is Klein Fort, er staat nochtans een groot kasteel...
Op onze kamer wachtte ons zoals steeds een lekkere verrassing, deze keer waren het Vegan Coconut Cherry Cookies.
 

De avond werd gevuld met de foto's van de dag te bekijken, selecteren en eventueel wat bewerken, wat schrijven voor deze blog en een filmpje kijken in de late uurtjes, Mary Poppins Returns!
Wie ook zullen terugkeren, dat zijn wij, wanneer is niet zeker maar we gaan zeker nog pogingen ondernemen om op St.Kilda te geraken.
En wellicht overnachten we dan terug in Sgarbh Lodge.
 

Dag 11: Wandelen in de Cuillins en op weg naar het Noorden

Deze ochtend schreef ik nog een paar teksten voor de blog en een recensie in het gastenboek en op google terwijl Martine de koffers pakte.
Na het ontbijt checkten we uit bij Colin en Sue.
We reden naar Sligachan, een bekende plek op Skye waar veel toeristen stoppen om foto's te nemen bij de oude brug.
Ik ben ook een toerist dus...

 
De wolken zaten ideaal, hoog genoeg zodat de toppen van de Cuillins zichtbaar waren, een panoramafoto met links de rode met de rondere toppen en de zwarte rechts met de puntige toppen (sgùrrs).
 
 
Een alleenstaande woning kan je hier wel heel letterlijk nemen.
Als je huis aan de voet van de Black Cuillins staat zijn er zeker slechtere plekken op de wereld om te wonen.
 

We gingen het vandaag rustig houden en maakten een tocht in het dal, we wandelden van de ene postkaart in de andere.
 
 
Met deze prachtige wandeling sloten we de vijf dagen op Skye af, het wordt hier jaar na jaar drukker en dit is te begrijpen gezien de onbeschrijflijke schoonheid van dit eiland.
Nog een laatste blik op de Red Cuillins.


Onze volgende stek was Ullapool, een stadje in het Noorden aan de westkust.
De rit ernaar toe is prachtig, de hele west- en noordkust is een lust voor het oog en het was alweer een stralende dag, een feest voor wie al eens graag een fotootje neemt.
Bij de Glascarnoch dam hielden we even halt.
 

Plots zag ik deze borden staan van gelijkgezinden, ik maakte rechtsomkeert om even kennis te maken maar niemand was thuis.
Je moet lef hebben om in deze visserij streek de visindustrie zo duidelijk aan te klagen.
 

Niemand thuis hier...waar ze wel thuis waren was in een pub in Strathcarron, we dronken er lekker lokaal gebrouwen bier, een lekkere verfrissing tijdens een autorit in warme temperaturen.
Een lekkere ale van 5.6%, wat hier al veel is.

 
We hadden een huisje gehuurd op een paar kilometer van Ullapool, de huisjes zijn gebouwd op een heuvel aan Loch Broom.
Helemaal in het groen en het zat er vol van vogels en eekhoorns die het er zeker naar hun zin hadden met de voederhuisjes die aan de ramen waren bevestigd.
 


Na ons te installeren reden we naar Ullapool om wat boodschappen te doen bij Tesco en bij Wood Fired Pizza een pizza af te halen, het is een mobiele zaak en we moesten even wachten want ze gingen net hun truck verplaatsen naar een festival aan de kade maar dit vonden we niet erg, het was een warme lenteavond, de zon scheen volop en dit is een gezellig stadje.
 
 
De pizza smaakte op het terras van ons boshuisje, een flesje rode wijn erbij, het gezang van de vogeltjes in de bomen bij de ondergaande zon...perfecte avond.
Later hoorden we dat we misschien het noorderlicht hebben gemist, het is hier maar een paar uur donker dus we twijfelen eraan als het hier te zien was...
 
 
Heel laat maakten we het niet want morgen stond een zware bergtocht op het programma.

Jacky De Reviere, 10 mei 2024

Geen opmerkingen:

Een reactie posten